Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- verursachen
moeilijkheden [v]
- verursachen
opstand [v]
- anstiften
- anzetteln
- verursachen
reactie [v]
- auslösen
ramp [v]
- verursachen
- hervorrufen
- anstiften
oorzaak [v]
- hervorrufen
- auslösen
schade [v]
- anrichten
- verursachen
teweegbrengen [v]
- zuwegebringen
- veranlassen
- verursachen
- hervorrufen
- bewerkstelligen
- heranbringen
- herbeiführen
ENGELS
algemeen [v]
- cause
- lead to
moeilijkheden [v]
- cause
- bring
opstand [v]
- instigate
- trigger
- cause
reactie [v]
- trigger
ramp [v]
- cause
- start
- bring about
- bring on
oorzaak [v]
- provoke
schade [v]
- cause
- bring about
teweegbrengen [v]
- bring about
- cause
- bring
- create
- give rise to
- engender
- bring on
- cause to be
FRANS
algemeen [v]
- causer
moeilijkheden [v]
- causer
- provoquer
- occasionner
opstand [v]
- susciter
- provoquer
- déclencher
reactie [v]
- provoquer
ramp [v]
- causer
- occasionner
- être la cause de
oorzaak [v]
- provoquer
- susciter
schade [v]
- causer
- occasionner
- provoquer
teweegbrengen [v]
- causer
- occasionner
- entraîner
- amener
- engendrer
- susciter
- produire
- provoquer
ITALIAANS
algemeen [v]
- causare
moeilijkheden [v]
- dare
- causare
opstand [v]
- istigare
- provocare
- scatenare
reactie [v]
- scatenare
- provocare
ramp [v]
- causare
- essere la causa di
- provocare
oorzaak [v]
- provocare
- causare
- far nascere
schade [v]
- causare
- provocare
teweegbrengen [v]
- effettuare
- determinare
- causare
- creare
- provocare
- generare
SPAANS
algemeen [v]
- causar
moeilijkheden [v]
- causar
- ocasionar
opstand [v]
- instigar
- incitar
- inducir
- provocar
- hacer estallar
- desencadenar
reactie [v]
- provocar
- desatar
ramp [v]
- causar
- ocasionar
- producir
oorzaak [v]
- provocar
schade [v]
- causar
- ocasionar
- producir
teweegbrengen [v]
- ocasionar
- producir
- causar
- crear
- originar
- provocar
ZWEEDS
algemeen [v]
- förorsaka
moeilijkheden [v]
- förorsaka
opstand [v]
- anstifta
- sätta igång
reactie [v]
- utlösa
ramp [v]
- förorsaka
- vålla
- framkalla
oorzaak [v]
- framkalla
- provocera
schade [v]
- vålla
- förorsaka
teweegbrengen [v]
- förorsaka
- orsaka
- vålla
- framkalla
- frambringa
PORTUGEES
algemeen [v]
- causar
- levar a
moeilijkheden [v]
- causar
- trazer
opstand [v]
- instigar
- incitar
- provocar
- causar
- desencadear
reactie [v]
- desencadear
ramp [v]
- causar
- dar início
- começar
- provocar
oorzaak [v]
- provocar
- causar
schade [v]
- causar
- provocar
- trazer
teweegbrengen [v]
- ocasionar
- trazer a tona
- provocar
- criar
- causar
- acarretar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- veroorzakend
- veroorzaakt
Presens
- veroorzaak
- veroorzaakt
- veroorzaakt
- veroorzaken
- veroorzaken
- veroorzaken
Imperfect
- veroorzaakte
- veroorzaakte
- veroorzaakte
- veroorzaakten
- veroorzaakten
- veroorzaakten
Toekomende tijd I
- zal veroorzaken
- zult veroorzaken
- zal veroorzaken
- zullen veroorzaken
- zullen veroorzaken
- zullen veroorzaken
Conditionalis I
- zou veroorzaken
- zou veroorzaken
- zou veroorzaken
- zouden veroorzaken
- zouden veroorzaken
- zouden veroorzaken
Perfectum
- heb veroorzaakt
- hebt veroorzaakt
- heeft veroorzaakt
- hebben veroorzaakt
- hebben veroorzaakt
- hebben veroorzaakt
Voltooid verleden tijd
- had veroorzaakt
- had veroorzaakt
- had veroorzaakt
- hadden veroorzaakt
- hadden veroorzaakt
- hadden veroorzaakt
Toekomende tijd II
- zal veroorzaakt hebben
- zult veroorzaakt hebben
- zal veroorzaakt hebben
- zullen veroorzaakt hebben
- zullen veroorzaakt hebben
- zullen veroorzaakt hebben
Conditionalis II
- zou hebben veroorzaakt
- zou hebben veroorzaakt
- zou hebben veroorzaakt
- zouden hebben veroorzaakt
- zouden hebben veroorzaakt
- zouden hebben veroorzaakt
Imperatief
- -
- veroorzaak
- -
- -
- veroorzaakt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries