Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
handen [v]
- fummeln
- herumfummeln
ENGELS
handen [v]
- fiddle
- twiddle
- fidget
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
handen [v]
- juguetear
- enredar con
ZWEEDS
handen [v]
- sno
- fingra på
- rulla med
PORTUGEES
THESAURUS
frutselen [v]
- peuteren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- friemelend
- gefriemeld
Presens
- friemel
- friemelt
- friemelt
- friemelen
- friemelen
- friemelen
Imperfect
- friemelde
- friemelde
- friemelde
- friemelden
- friemelden
- friemelden
Toekomende tijd I
- zal friemelen
- zult friemelen
- zal friemelen
- zullen friemelen
- zullen friemelen
- zullen friemelen
Conditionalis I
- zou friemelen
- zou friemelen
- zou friemelen
- zouden friemelen
- zouden friemelen
- zouden friemelen
Perfectum
- heb gefriemeld
- hebt gefriemeld
- heeft gefriemeld
- hebben gefriemeld
- hebben gefriemeld
- hebben gefriemeld
Voltooid verleden tijd
- had gefriemeld
- had gefriemeld
- had gefriemeld
- hadden gefriemeld
- hadden gefriemeld
- hadden gefriemeld
Toekomende tijd II
- zal gefriemeld hebben
- zult gefriemeld hebben
- zal gefriemeld hebben
- zullen gefriemeld hebben
- zullen gefriemeld hebben
- zullen gefriemeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gefriemeld
- zou hebben gefriemeld
- zou hebben gefriemeld
- zouden hebben gefriemeld
- zouden hebben gefriemeld
- zouden hebben gefriemeld
Imperatief
- -
- friemel
- -
- -
- friemelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries