bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv. [a]
- seine
bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk. [a]
- sein
- seine
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- seine
bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- sein
filosofie [n]
- Dasein [n]
bestaan [n]
- Leben [n]
- Sein [n]
algemeen [v]
- sein
filosofie [v]
- sein
- existieren
plaats [v]
- sich befinden
- sein

bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv. [a]
- his
bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk. [a]
- his
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- its
bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- its
filosofie [n]
- existence
- being
bestaan [n]
- being
- existing
- living
algemeen [v]
- be
filosofie [v]
- be
- exist
plaats [v]
- be located
- be

bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv. [a]
- ses
bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk. [a]
- son
- sa
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- ses
bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- son
- sa
filosofie [n]
- existence [f]
bestaan [n]
- être [m]
- vie [f]
algemeen [v]
- être
filosofie [v]
- être
- exister
plaats [v]
- se trouver
- être

bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv. [a]
- i suoi
- le sue
bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk. [a]
- il suo
- la sua
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- i suoi
- le sue
bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- il suo
- la sua
filosofie [n]
- esistenza [f]
bestaan [n]
- essere [m]
- esistenza [f]
- vita [f]
algemeen [v]
- essere
filosofie [v]
- essere
- esistere
plaats [v]
- essere
- trovarsi

bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv. [a]
- sus
bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk. [a]
- su
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- sus
bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- su
filosofie [n]
- existencia [f]
bestaan [n]
- existencia [f]
- vida [f]
algemeen [v]
- ser
- estar
filosofie [v]
- ser
- existir
plaats [v]
- estar
- encontrarse
- estar ubicado [Lat. Amer.]

bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv. [a]
- hans
bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk. [a]
- hans
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- dess
bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- dess
filosofie [n]
- existens [u]
bestaan [n]
- tillvaro [u]
- existens [u]
- liv [n]
algemeen [v]
- vara
filosofie [v]
- vara
- existera
plaats [v]
- vara belägen
- vara

bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. mv. [a]
- seus
- suas
bezittelijk bijvoeglijk nw. - m. enk. [a]
- seu
- sua
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- seus
- suas
bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- seu
- sua
filosofie [n]
- existência [f]
bestaan [n]
- ser [m]
- existir [m]
- viver [m]
algemeen [v]
- ser
- estar
filosofie [v]
- ser
- existir
plaats [v]
- estar em
- encontrar-se em

bestaan [n]
- existentie
- leven
aard [n]
- natuur
- persoonlijkheid
- wezen
bestaan [v]
- existeren
aanwezig zijn [v]
- staan
- zich bevinden
gebeuren [v]
- voorvallen
behoren aan [v]
- toebehoren
leven [v]
bedragen [v]
- kosten
vertegenwoordigen [v]

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- zijnd
- geweest
Presens
- ben
- bent
- is
- zijn
- zijn
- zijn
Imperfect
- was
- was
- was
- waren
- waren
- waren
Toekomende tijd I
- zal zijn
- zult zijn
- zal zijn
- zullen zijn
- zullen zijn
- zullen zijn
Conditionalis I
- zou zijn
- zou zijn
- zou zijn
- zouden zijn
- zouden zijn
- zouden zijn
Perfectum
- ben geweest
- bent geweest
- is geweest
- zijn geweest
- zijn geweest
- zijn geweest
Voltooid verleden tijd
- was geweest
- was geweest
- was geweest
- waren geweest
- waren geweest
- waren geweest
Toekomende tijd II
- zal geweest zijn
- zult geweest zijn
- zal geweest zijn
- zullen geweest zijn
- zullen geweest zijn
- zullen geweest zijn
Conditionalis II
- zou zijn geweest
- zou zijn geweest
- zou zijn geweest
- zouden zijn geweest
- zouden zijn geweest
- zouden zijn geweest
Imperatief
- -
- wees
- -
- -
- weest
- -