verdonkeren [n]
- Verdunklung [f]
- Verdüsterung [f]
algemeen [v]
- verdunkeln
eigendom [v]
- unterschlagen
licht [v]
- verdüstern
- verdunkeln
geld [v]
- unterschlagen
misdaad [v]
- klauen [informal]
- mitgehen lassen
- unterschlagen

verdonkeren [n]
- darkening
- dimming
- dusking
algemeen [v]
- darken
eigendom [v]
- misappropriate [formal]
licht [v]
- dim
geld [v]
- embezzle
- peculate [formal]
misdaad [v]
- pinch [informal]

verdonkeren [n]
- assombrissement [m]
- noircissement [m]
algemeen [v]
- obscurcir
eigendom [v]
- détourner
licht [v]
- baisser
- faiblir
geld [v]
- détourner
- escroquer
misdaad [v]
- piquer [informal]
- faucher [informal]
- barboter [informal]

verdonkeren [n]
- oscuramento [m]
- oscurarsi [m]
algemeen [v]
- oscurare
eigendom [v]
- malversare
licht [v]
- attenuarsi
geld [v]
- appropriarsi indebitamente
- sottrarre
- malversare
misdaad [v]
- fregare [informal]
- soffiare [informal]
- sgraffignare [informal]

verdonkeren [n]
- oscurecimiento [m]
- ennegrecimiento [m]
algemeen [v]
- oscurecer
eigendom [v]
- malversar
licht [v]
- atenuarse
geld [v]
- malversar
- desfalcar
misdaad [v]
- birlar [informal]
- robar

verdonkeren [n]
- fördunkling [u]
- förmörkning [u]
algemeen [v]
- mörkna
eigendom [v]
- förskingra
licht [v]
- dämpas
geld [v]
- försnilla
- förskingra
misdaad [v]
- stjäla
- knycka [informal]

verdonkeren [n]
- escurecimento [m]
- obscuridade [f]
algemeen [v]
- escurecer
eigendom [v]
- apropriar-se ilicitamente de
- desviar
licht [v]
- baixar
- diminuir
geld [v]
- desviar
- cometer crime de peculato
misdaad [v]
- furtar
- roubar

achteroverdrukken [v]
- stelen
- verdonkeremanen

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- verduisterend
- verduisterd
Presens
- verduister
- verduistert
- verduistert
- verduisteren
- verduisteren
- verduisteren
Imperfect
- verduisterde
- verduisterde
- verduisterde
- verduisterden
- verduisterden
- verduisterden
Toekomende tijd I
- zal verduisteren
- zult verduisteren
- zal verduisteren
- zullen verduisteren
- zullen verduisteren
- zullen verduisteren
Conditionalis I
- zou verduisteren
- zou verduisteren
- zou verduisteren
- zouden verduisteren
- zouden verduisteren
- zouden verduisteren
Perfectum
- heb verduisterd
- hebt verduisterd
- heeft verduisterd
- hebben verduisterd
- hebben verduisterd
- hebben verduisterd
Voltooid verleden tijd
- had verduisterd
- had verduisterd
- had verduisterd
- hadden verduisterd
- hadden verduisterd
- hadden verduisterd
Toekomende tijd II
- zal verduisterd hebben
- zult verduisterd hebben
- zal verduisterd hebben
- zullen verduisterd hebben
- zullen verduisterd hebben
- zullen verduisterd hebben
Conditionalis II
- zou hebben verduisterd
- zou hebben verduisterd
- zou hebben verduisterd
- zouden hebben verduisterd
- zouden hebben verduisterd
- zouden hebben verduisterd
Imperatief
- -
- verduister
- -
- -
- verduistert
- -