Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
raam [v]
- zerschmettern
ENGELS
raam [v]
- shatter
- smash
FRANS
raam [v]
- fracasser
- briser
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
raam [v]
- splittra
- krossa
PORTUGEES
THESAURUS
vermorzelen [v]
- verpulveren
- versplinteren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- verbrijzelend
- verbrijzeld
Presens
- verbrijzel
- verbrijzelt
- verbrijzelt
- verbrijzelen
- verbrijzelen
- verbrijzelen
Imperfect
- verbrijzelde
- verbrijzelde
- verbrijzelde
- verbrijzelden
- verbrijzelden
- verbrijzelden
Toekomende tijd I
- zal verbrijzelen
- zult verbrijzelen
- zal verbrijzelen
- zullen verbrijzelen
- zullen verbrijzelen
- zullen verbrijzelen
Conditionalis I
- zou verbrijzelen
- zou verbrijzelen
- zou verbrijzelen
- zouden verbrijzelen
- zouden verbrijzelen
- zouden verbrijzelen
Perfectum
- heb verbrijzeld
- hebt verbrijzeld
- heeft verbrijzeld
- hebben verbrijzeld
- hebben verbrijzeld
- hebben verbrijzeld
Voltooid verleden tijd
- had verbrijzeld
- had verbrijzeld
- had verbrijzeld
- hadden verbrijzeld
- hadden verbrijzeld
- hadden verbrijzeld
Toekomende tijd II
- zal verbrijzeld hebben
- zult verbrijzeld hebben
- zal verbrijzeld hebben
- zullen verbrijzeld hebben
- zullen verbrijzeld hebben
- zullen verbrijzeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben verbrijzeld
- zou hebben verbrijzeld
- zou hebben verbrijzeld
- zouden hebben verbrijzeld
- zouden hebben verbrijzeld
- zouden hebben verbrijzeld
Imperatief
- -
- verbrijzel
- -
- -
- verbrijzelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries