Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
plantkunde [n]
- Farn [n]
- Farnkraut [n]
nautisch [v]
- fahren
ENGELS
plantkunde [n]
- fern
nautisch [v]
- sail
- navigate
FRANS
plantkunde [n]
- fougère [f]
nautisch [v]
- naviguer
ITALIAANS
plantkunde [n]
- felce [f]
nautisch [v]
- navigare
SPAANS
plantkunde [n]
- helecho [m]
nautisch [v]
- navegar
ZWEEDS
plantkunde [n]
- ormbunke [u]
nautisch [v]
- segla
PORTUGEES
plantkunde [n]
- samambaia [f]
nautisch [v]
- navegar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- varend
- gevaren
Presens
- vaar
- vaart
- vaart
- varen
- varen
- varen
Imperfect
- voer
- voer
- voer
- voeren
- voeren
- voeren
Toekomende tijd I
- zal varen
- zult varen
- zal varen
- zullen varen
- zullen varen
- zullen varen
Conditionalis I
- zou varen
- zou varen
- zou varen
- zouden varen
- zouden varen
- zouden varen
Perfectum
- heb gevaren
- hebt gevaren
- heeft gevaren
- hebben gevaren
- hebben gevaren
- hebben gevaren
Voltooid verleden tijd
- had gevaren
- had gevaren
- had gevaren
- hadden gevaren
- hadden gevaren
- hadden gevaren
Toekomende tijd II
- zal gevaren hebben
- zult gevaren hebben
- zal gevaren hebben
- zullen gevaren hebben
- zullen gevaren hebben
- zullen gevaren hebben
Conditionalis II
- zou hebben gevaren
- zou hebben gevaren
- zou hebben gevaren
- zouden hebben gevaren
- zouden hebben gevaren
- zouden hebben gevaren
Imperatief
- -
- vaar
- -
- -
- vaart
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries