Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ergeren [v]
- provozieren
uitdagen [v]
- herausfordern
- provozieren
ENGELS
ergeren [v]
- provoke
- incite
uitdagen [v]
- defy
- challenge
- dare
FRANS
ITALIAANS
ergeren [v]
- provocare
- irritare
- esasperare
uitdagen [v]
- sfidare
- provocare
SPAANS
ergeren [v]
- provocar
- irritar
uitdagen [v]
- desafiar
- retar
ZWEEDS
ergeren [v]
- provocera
- egga
uitdagen [v]
- utmana
- provocera
PORTUGEES
ergeren [v]
- provocar
- irritar
uitdagen [v]
- desafiar
- atrever-se
- ousar
THESAURUS
tarten [v]
- tergen
- uitdagen
ophitsen [v]
- opruien
- uitlokken
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- provocerend
- geprovoceerd
Presens
- provoceer
- provoceert
- provoceert
- provoceren
- provoceren
- provoceren
Imperfect
- provoceerde
- provoceerde
- provoceerde
- provoceerden
- provoceerden
- provoceerden
Toekomende tijd I
- zal provoceren
- zult provoceren
- zal provoceren
- zullen provoceren
- zullen provoceren
- zullen provoceren
Conditionalis I
- zou provoceren
- zou provoceren
- zou provoceren
- zouden provoceren
- zouden provoceren
- zouden provoceren
Perfectum
- heb geprovoceerd
- hebt geprovoceerd
- heeft geprovoceerd
- hebben geprovoceerd
- hebben geprovoceerd
- hebben geprovoceerd
Voltooid verleden tijd
- had geprovoceerd
- had geprovoceerd
- had geprovoceerd
- hadden geprovoceerd
- hadden geprovoceerd
- hadden geprovoceerd
Toekomende tijd II
- zal geprovoceerd hebben
- zult geprovoceerd hebben
- zal geprovoceerd hebben
- zullen geprovoceerd hebben
- zullen geprovoceerd hebben
- zullen geprovoceerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geprovoceerd
- zou hebben geprovoceerd
- zou hebben geprovoceerd
- zouden hebben geprovoceerd
- zouden hebben geprovoceerd
- zouden hebben geprovoceerd
Imperatief
- -
- provoceer
- -
- -
- provoceert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries