Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
schoonheidsverzorging [v]
- schminken
bed [v]
- machen
drukken [v]
- aufsetzen
beslissing [v]
- deduzieren
- ableiten
- folgern
geld [v]
- vertun
- verbrauchen
- vergeuden
- verschwenden
- verprassen
- durchbringen
opgebruiken [v]
- aufbrauchen
- verbrauchen
- verkonsumieren
- erschöpfen
ENGELS
schoonheidsverzorging [v]
- make up
bed [v]
- make up
drukken [v]
- lay out
- arrange
beslissing [v]
- deduce
- infer
geld [v]
- consume
- waste
- squander
- dissipate
- trifle away
- throw away
- fritter away
- go through
- get through
opgebruiken [v]
- use up
- exhaust
- consume
- deplete
- use
FRANS
schoonheidsverzorging [v]
- maquiller
bed [v]
- faire
drukken [v]
- faire la mise en page
beslissing [v]
- déduire
- inférer
geld [v]
- gaspiller
- dissiper
- gâcher
- dépenser
opgebruiken [v]
- épuiser
- consumer
- user
ITALIAANS
schoonheidsverzorging [v]
- truccare
bed [v]
- rifare
drukken [v]
- comporre
- preparare per la stampa
beslissing [v]
- dedurre
- inferire
- desumere
geld [v]
- dissipare
- sprecare
- consumare
- scialacquare
- sperperare
opgebruiken [v]
- esaurire
- usare
- consumare
SPAANS
schoonheidsverzorging [v]
- maquillar
- pintar
bed [v]
- hacer
drukken [v]
- disponer
- exponer
beslissing [v]
- deducir
- inferir
- derivar
geld [v]
- gastar
- derrochar
- despilfarrar
- dilapidar
- disipar
opgebruiken [v]
- agotar
- gastar
- consumir
ZWEEDS
PORTUGEES
schoonheidsverzorging [v]
- maquiar
- maquilar
- pintar
bed [v]
- fazer
drukken [v]
- compor
- leiautar
beslissing [v]
- deduzir
- inferir
geld [v]
- consumir
- gastar
- usar todo
- usar
opgebruiken [v]
- esgotar
- exaurir
- consumir
- usar
- gastar
THESAURUS
opeten [v]
- opgebruiken
- verbruiken
- verteren
schminken [v]
- verven
gereedmaken [v]
- opstellen
- samenstellen
afleiden [v]
- concluderen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- opmakend
- opgemaakt
Presens
- maak op
- maakt op
- maakt op
- maken op
- maken op
- maken op
Imperfect
- maakte op
- maakte op
- maakte op
- maakten op
- maakten op
- maakten op
Toekomende tijd I
- zal opmaken
- zult opmaken
- zal opmaken
- zullen opmaken
- zullen opmaken
- zullen opmaken
Conditionalis I
- zou opmaken
- zou opmaken
- zou opmaken
- zouden opmaken
- zouden opmaken
- zouden opmaken
Perfectum
- heb opgemaakt
- hebt opgemaakt
- heeft opgemaakt
- hebben opgemaakt
- hebben opgemaakt
- hebben opgemaakt
Voltooid verleden tijd
- had opgemaakt
- had opgemaakt
- had opgemaakt
- hadden opgemaakt
- hadden opgemaakt
- hadden opgemaakt
Toekomende tijd II
- zal opgemaakt hebben
- zult opgemaakt hebben
- zal opgemaakt hebben
- zullen opgemaakt hebben
- zullen opgemaakt hebben
- zullen opgemaakt hebben
Conditionalis II
- zou hebben opgemaakt
- zou hebben opgemaakt
- zou hebben opgemaakt
- zouden hebben opgemaakt
- zouden hebben opgemaakt
- zouden hebben opgemaakt
Imperatief
- -
- maak op
- -
- -
- maakt op
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries