Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
toename [v]
- wachsen
- zunehmen
- vermehren
verlies [v]
- erleiden
nederlaag [v]
- sich zuziehen
- davontragen
ziekte [v]
- sich zuziehen
- sich holen
- sich anstecken
schuld [v]
- eingehen
schade [v]
- Schaden nehmen
ENGELS
toename [v]
- mount up
verlies [v]
- sustain [formal]
- suffer
nederlaag [v]
- sustain
ziekte [v]
- catch
- get
- contract [formal]
schuld [v]
- incur
schade [v]
- sustain [formal]
- suffer
FRANS
toename [v]
- monter
- s'élever
- augmenter
verlies [v]
- éprouver
- essuyer
nederlaag [v]
- subir
ziekte [v]
- attraper
- contracter
schuld [v]
- encourir
schade [v]
- subir
ITALIAANS
toename [v]
- salire
- andare su
- aumentare
verlies [v]
- subire
nederlaag [v]
- subire
ziekte [v]
- prendere
- contrarre
schuld [v]
- contrarre
- incorrere in
schade [v]
- subire
SPAANS
toename [v]
- aumentar
- subir
verlies [v]
- sostener
- sufrir
nederlaag [v]
- sufrir
ziekte [v]
- coger
- contraer
schuld [v]
- contraer
- incurrir en
schade [v]
- sostener
- sufrir
ZWEEDS
toename [v]
- stiga
- växa
- rusa i höjden
verlies [v]
- lida
nederlaag [v]
- lida
ziekte [v]
- ådra sig
-
schuld [v]
- åsamka sig
schade [v]
- lida skada
- ta skada
PORTUGEES
toename [v]
- aumentar
- crescer
verlies [v]
- sofrer
nederlaag [v]
- sofrer
ziekte [v]
- pegar
- apanhar
- contrair
schuld [v]
- incorrer
schade [v]
- sofrer
THESAURUS
bestijgen [v]
stijgen [v]
- toenemen
- vermeerderen
meelopen [v]
krijgen [v]
- opdoen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- oplopend
- opgelopen
Presens
- loop op
- loopt op
- loopt op
- lopen op
- lopen op
- lopen op
Imperfect
- liep op
- liep op
- liep op
- liepen op
- liepen op
- liepen op
Toekomende tijd I
- zal oplopen
- zult oplopen
- zal oplopen
- zullen oplopen
- zullen oplopen
- zullen oplopen
Conditionalis I
- zou oplopen
- zou oplopen
- zou oplopen
- zouden oplopen
- zouden oplopen
- zouden oplopen
Perfectum
- heb opgelopen
- hebt opgelopen
- heeft opgelopen
- hebben opgelopen
- hebben opgelopen
- hebben opgelopen
Voltooid verleden tijd
- had opgelopen
- had opgelopen
- had opgelopen
- hadden opgelopen
- hadden opgelopen
- hadden opgelopen
Toekomende tijd II
- zal opgelopen hebben
- zult opgelopen hebben
- zal opgelopen hebben
- zullen opgelopen hebben
- zullen opgelopen hebben
- zullen opgelopen hebben
Conditionalis II
- zou hebben opgelopen
- zou hebben opgelopen
- zou hebben opgelopen
- zouden hebben opgelopen
- zouden hebben opgelopen
- zouden hebben opgelopen
Imperatief
- -
- loop op
- -
- -
- loopt op
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries