Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
klok [v]
- läuten
uiterlijk [v]
- klingen
- sich lesen
ENGELS
klok [v]
- toll
uiterlijk [v]
- read
- sound
FRANS
ITALIAANS
klok [v]
- rintoccare
uiterlijk [v]
- suonare
SPAANS
klok [v]
- tañer
- tocar
uiterlijk [v]
- poder interpretarse
- sonar
ZWEEDS
klok [v]
- ringa
- klämta
uiterlijk [v]
- lyda
- låta
PORTUGEES
klok [v]
- dobrar
- tocar
uiterlijk [v]
- parecer
- soar
THESAURUS
lui [n]
- mensen
- personen
galmen [v]
- klinken
- schallen
zeggen [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- luidend
- geluid
Presens
- luid
- luidt
- luidt
- luiden
- luiden
- luiden
Imperfect
- luidde
- luidde
- luidde
- luidden
- luidden
- luidden
Toekomende tijd I
- zal luiden
- zult luiden
- zal luiden
- zullen luiden
- zullen luiden
- zullen luiden
Conditionalis I
- zou luiden
- zou luiden
- zou luiden
- zouden luiden
- zouden luiden
- zouden luiden
Perfectum
- heb geluid
- hebt geluid
- heeft geluid
- hebben geluid
- hebben geluid
- hebben geluid
Voltooid verleden tijd
- had geluid
- had geluid
- had geluid
- hadden geluid
- hadden geluid
- hadden geluid
Toekomende tijd II
- zal geluid hebben
- zult geluid hebben
- zal geluid hebben
- zullen geluid hebben
- zullen geluid hebben
- zullen geluid hebben
Conditionalis II
- zou hebben geluid
- zou hebben geluid
- zou hebben geluid
- zouden hebben geluid
- zouden hebben geluid
- zouden hebben geluid
Imperatief
- -
- luid
- -
- -
- luidt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries