Tegenwoordig en verleden deelwoord - intekenend - ingetekend Presens - teken in - tekent in - tekent in - tekenen in - tekenen in - tekenen in Imperfect - tekende in - tekende in - tekende in - tekenden in - tekenden in - tekenden in Toekomende tijd I - zal intekenen - zult intekenen - zal intekenen - zullen intekenen - zullen intekenen - zullen intekenen Conditionalis I - zou intekenen - zou intekenen - zou intekenen - zouden intekenen - zouden intekenen - zouden intekenen Perfectum - heb ingetekend - hebt ingetekend - heeft ingetekend - hebben ingetekend - hebben ingetekend - hebben ingetekend Voltooid verleden tijd - had ingetekend - had ingetekend - had ingetekend - hadden ingetekend - hadden ingetekend - hadden ingetekend Toekomende tijd II - zal ingetekend hebben - zult ingetekend hebben - zal ingetekend hebben - zullen ingetekend hebben - zullen ingetekend hebben - zullen ingetekend hebben Conditionalis II - zou hebben ingetekend - zou hebben ingetekend - zou hebben ingetekend - zouden hebben ingetekend - zouden hebben ingetekend - zouden hebben ingetekend Imperatief - - - teken in - - - - - tekent in - -