Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
vernielen [v]
- verwüsten
- vernichten
- demolieren
ENGELS
vernielen [v]
- devastate
- destroy completely
FRANS
vernielen [v]
- dévaster
- ravager
ITALIAANS
vernielen [v]
- devastare
- rovinare
SPAANS
vernielen [v]
- devastar
- arruinar
ZWEEDS
vernielen [v]
- ödelägga
- förhärja
- skövla
PORTUGEES
THESAURUS
neren [v]
platgooien [v]
- bombarderen
- platschieten
- vernietigen
- wegvagen
ruïneren [v]
- breken
- stukmaken
- vernielen
slopen [v]
- mollen
- vernielen
vernielen [v]
- kapotmaken
- mollen
- ruïneren
vernietigen [v]
- wegvagen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- verwoestend
- verwoest
Presens
- verwoest
- verwoest
- verwoest
- verwoesten
- verwoesten
- verwoesten
Imperfect
- verwoestte
- verwoestte
- verwoestte
- verwoestten
- verwoestten
- verwoestten
Toekomende tijd I
- zal verwoesten
- zult verwoesten
- zal verwoesten
- zullen verwoesten
- zullen verwoesten
- zullen verwoesten
Conditionalis I
- zou verwoesten
- zou verwoesten
- zou verwoesten
- zouden verwoesten
- zouden verwoesten
- zouden verwoesten
Perfectum
- heb verwoest
- hebt verwoest
- heeft verwoest
- hebben verwoest
- hebben verwoest
- hebben verwoest
Voltooid verleden tijd
- had verwoest
- had verwoest
- had verwoest
- hadden verwoest
- hadden verwoest
- hadden verwoest
Toekomende tijd II
- zal verwoest hebben
- zult verwoest hebben
- zal verwoest hebben
- zullen verwoest hebben
- zullen verwoest hebben
- zullen verwoest hebben
Conditionalis II
- zou hebben verwoest
- zou hebben verwoest
- zou hebben verwoest
- zouden hebben verwoest
- zouden hebben verwoest
- zouden hebben verwoest
Imperatief
- -
- verwoest
- -
- -
- verwoest
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries