Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- begleiten
ENGELS
algemeen [v]
- accompany
- escort
FRANS
algemeen [v]
- accompagner
- escorter
ITALIAANS
algemeen [v]
- accompagnare
- scortare
SPAANS
algemeen [v]
- acompañar
- escoltar
ZWEEDS
algemeen [v]
- följa med
- eskortera
- åtfölja
PORTUGEES
algemeen [v]
- acompanhar
THESAURUS
begeleiden [v]
- chaperonneren
- escorteren
meegaan [v]
meelopen [v]
- oplopen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- vergezellend
- vergezeld
Presens
- vergezel
- vergezelt
- vergezelt
- vergezellen
- vergezellen
- vergezellen
Imperfect
- vergezelde
- vergezelde
- vergezelde
- vergezelden
- vergezelden
- vergezelden
Toekomende tijd I
- zal vergezellen
- zult vergezellen
- zal vergezellen
- zullen vergezellen
- zullen vergezellen
- zullen vergezellen
Conditionalis I
- zou vergezellen
- zou vergezellen
- zou vergezellen
- zouden vergezellen
- zouden vergezellen
- zouden vergezellen
Perfectum
- heb vergezeld
- hebt vergezeld
- heeft vergezeld
- hebben vergezeld
- hebben vergezeld
- hebben vergezeld
Voltooid verleden tijd
- had vergezeld
- had vergezeld
- had vergezeld
- hadden vergezeld
- hadden vergezeld
- hadden vergezeld
Toekomende tijd II
- zal vergezeld hebben
- zult vergezeld hebben
- zal vergezeld hebben
- zullen vergezeld hebben
- zullen vergezeld hebben
- zullen vergezeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben vergezeld
- zou hebben vergezeld
- zou hebben vergezeld
- zouden hebben vergezeld
- zouden hebben vergezeld
- zouden hebben vergezeld
Imperatief
- -
- vergezel
- -
- -
- vergezelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries