Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
aarzelen [v]
- zaudern
- zweifeln
- zögern
ENGELS
aarzelen [v]
- hesitate
- falter
- doubt
- halt
FRANS
aarzelen [v]
- hésiter
- tergiverser
ITALIAANS
SPAANS
aarzelen [v]
- vacilar
- hesitar
- titubear
ZWEEDS
aarzelen [v]
- tveka
- vackla
PORTUGEES
aarzelen [v]
- hesitar
- vacilar
- titubear
THESAURUS
aarzelen [v]
- dubben
- weifelen
betwijfelen [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- twijfelend
- getwijfeld
Presens
- twijfel
- twijfelt
- twijfelt
- twijfelen
- twijfelen
- twijfelen
Imperfect
- twijfelde
- twijfelde
- twijfelde
- twijfelden
- twijfelden
- twijfelden
Toekomende tijd I
- zal twijfelen
- zult twijfelen
- zal twijfelen
- zullen twijfelen
- zullen twijfelen
- zullen twijfelen
Conditionalis I
- zou twijfelen
- zou twijfelen
- zou twijfelen
- zouden twijfelen
- zouden twijfelen
- zouden twijfelen
Perfectum
- heb getwijfeld
- hebt getwijfeld
- heeft getwijfeld
- hebben getwijfeld
- hebben getwijfeld
- hebben getwijfeld
Voltooid verleden tijd
- had getwijfeld
- had getwijfeld
- had getwijfeld
- hadden getwijfeld
- hadden getwijfeld
- hadden getwijfeld
Toekomende tijd II
- zal getwijfeld hebben
- zult getwijfeld hebben
- zal getwijfeld hebben
- zullen getwijfeld hebben
- zullen getwijfeld hebben
- zullen getwijfeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben getwijfeld
- zou hebben getwijfeld
- zou hebben getwijfeld
- zouden hebben getwijfeld
- zouden hebben getwijfeld
- zouden hebben getwijfeld
Imperatief
- -
- twijfel
- -
- -
- twijfelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries