verdovende middelen [v]
- schnupfen
- sniffen
fysiologie [v]
- schnüffeln
geluid [v]
- schnauben
dieren [v]
- schnauben
- schnuppern
geneeskunde [v]
- schniefen

verdovende middelen [v]
- sniff
- snort [slang]
fysiologie [v]
- sniff
geluid [v]
- snort
dieren [v]
- sniff
geneeskunde [v]
- sniffle
- snuffle

verdovende middelen [v]
- renifler
- priser
- sniffer [slang]
fysiologie [v]
- renifler
geluid [v]
- renifler
dieren [v]
- flairer
- renifler
geneeskunde [v]
- renifler

verdovende middelen [v]
- sniffare [slang]
- fiutare
- annusare
fysiologie [v]
- annusare
geluid [v]
- sbuffare
dieren [v]
- fiutare
- annusare
geneeskunde [v]
- tirare su col naso

verdovende middelen [v]
- aspirar
fysiologie [v]
- olfatear
geluid [v]
- resoplar
dieren [v]
- olfatear
- husmear
geneeskunde [v]
- sorberse

verdovende middelen [v]
- snusa
fysiologie [v]
- sniffa
- snusa
geluid [v]
- snörvla
dieren [v]
- vädra
- sniffa
- nosa
geneeskunde [v]
- snörvla

verdovende middelen [v]
- cheirar
- dar um teco [slang]
fysiologie [v]
- fungar
geluid [v]
- bufar
dieren [v]
- farejar
geneeskunde [v]
- fungar

proesten [v]
- blazen
snuffelen [v]
- ruiken
sniffen [v]
- snotteren

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- snuivend
- gesnuifd
Presens
- snuif
- snuift
- snuift
- snuiven
- snuiven
- snuiven
Imperfect
- snuifde
- snuifde
- snuifde
- snuifden
- snuifden
- snuifden
Toekomende tijd I
- zal snuiven
- zult snuiven
- zal snuiven
- zullen snuiven
- zullen snuiven
- zullen snuiven
Conditionalis I
- zou snuiven
- zou snuiven
- zou snuiven
- zouden snuiven
- zouden snuiven
- zouden snuiven
Perfectum
- heb gesnuifd
- hebt gesnuifd
- heeft gesnuifd
- hebben gesnuifd
- hebben gesnuifd
- hebben gesnuifd
Voltooid verleden tijd
- had gesnuifd
- had gesnuifd
- had gesnuifd
- hadden gesnuifd
- hadden gesnuifd
- hadden gesnuifd
Toekomende tijd II
- zal gesnuifd hebben
- zult gesnuifd hebben
- zal gesnuifd hebben
- zullen gesnuifd hebben
- zullen gesnuifd hebben
- zullen gesnuifd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gesnuifd
- zou hebben gesnuifd
- zou hebben gesnuifd
- zouden hebben gesnuifd
- zouden hebben gesnuifd
- zouden hebben gesnuifd
Imperatief
- -
- snuif
- -
- -
- snuift
- -