Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ongeval [v]
- rammen
deur [v]
- einschlagen
ENGELS
ongeval [v]
- ram
deur [v]
- bash in
- beat in
FRANS
ongeval [v]
- heurter
deur [v]
- enfoncer
ITALIAANS
ongeval [v]
- cozzare
- urtare
deur [v]
- sfondare
SPAANS
ongeval [v]
- chocar con
- dar con
deur [v]
- romper
ZWEEDS
ongeval [v]
- ramma
deur [v]
- slå in
PORTUGEES
ongeval [v]
- bater em
- chocar-se com
deur [v]
- arrombar
THESAURUS
beuken [v]
- stoten
aanvaren [v]
aanrijden [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- rammend
- geramd
Presens
- ram
- ramt
- ramt
- rammen
- rammen
- rammen
Imperfect
- ramde
- ramde
- ramde
- ramden
- ramden
- ramden
Toekomende tijd I
- zal rammen
- zult rammen
- zal rammen
- zullen rammen
- zullen rammen
- zullen rammen
Conditionalis I
- zou rammen
- zou rammen
- zou rammen
- zouden rammen
- zouden rammen
- zouden rammen
Perfectum
- heb geramd
- hebt geramd
- heeft geramd
- hebben geramd
- hebben geramd
- hebben geramd
Voltooid verleden tijd
- had geramd
- had geramd
- had geramd
- hadden geramd
- hadden geramd
- hadden geramd
Toekomende tijd II
- zal geramd hebben
- zult geramd hebben
- zal geramd hebben
- zullen geramd hebben
- zullen geramd hebben
- zullen geramd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geramd
- zou hebben geramd
- zou hebben geramd
- zouden hebben geramd
- zouden hebben geramd
- zouden hebben geramd
Imperatief
- -
- ram
- -
- -
- ramt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries