Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
ontwijden [v]
- vanhelga
- skända
- profanera
- kränka
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- profanerend
- geprofaneerd
Presens
- profaneer
- profaneert
- profaneert
- profaneren
- profaneren
- profaneren
Imperfect
- profaneerde
- profaneerde
- profaneerde
- profaneerden
- profaneerden
- profaneerden
Toekomende tijd I
- zal profaneren
- zult profaneren
- zal profaneren
- zullen profaneren
- zullen profaneren
- zullen profaneren
Conditionalis I
- zou profaneren
- zou profaneren
- zou profaneren
- zouden profaneren
- zouden profaneren
- zouden profaneren
Perfectum
- heb geprofaneerd
- hebt geprofaneerd
- heeft geprofaneerd
- hebben geprofaneerd
- hebben geprofaneerd
- hebben geprofaneerd
Voltooid verleden tijd
- had geprofaneerd
- had geprofaneerd
- had geprofaneerd
- hadden geprofaneerd
- hadden geprofaneerd
- hadden geprofaneerd
Toekomende tijd II
- zal geprofaneerd hebben
- zult geprofaneerd hebben
- zal geprofaneerd hebben
- zullen geprofaneerd hebben
- zullen geprofaneerd hebben
- zullen geprofaneerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geprofaneerd
- zou hebben geprofaneerd
- zou hebben geprofaneerd
- zouden hebben geprofaneerd
- zouden hebben geprofaneerd
- zouden hebben geprofaneerd
Imperatief
- -
- profaneer
- -
- -
- profaneert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries