Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- leimen
- zusammenleimen
ENGELS
algemeen [v]
- glue together
- glue
FRANS
algemeen [v]
- coller
ITALIAANS
SPAANS
algemeen [v]
- pegar
- pegar juntos
ZWEEDS
algemeen [v]
- limma
- limma ihop
PORTUGEES
algemeen [v]
- colar
- grudar
THESAURUS
herstellen [v]
- plakken
- vasthechten
bepraten [v]
- overhalen
- overreden
talmen [v]
- treuzelen
- zeuren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- lijmend
- gelijmd
Presens
- lijm
- lijmt
- lijmt
- lijmen
- lijmen
- lijmen
Imperfect
- lijmde
- lijmde
- lijmde
- lijmden
- lijmden
- lijmden
Toekomende tijd I
- zal lijmen
- zult lijmen
- zal lijmen
- zullen lijmen
- zullen lijmen
- zullen lijmen
Conditionalis I
- zou lijmen
- zou lijmen
- zou lijmen
- zouden lijmen
- zouden lijmen
- zouden lijmen
Perfectum
- heb gelijmd
- hebt gelijmd
- heeft gelijmd
- hebben gelijmd
- hebben gelijmd
- hebben gelijmd
Voltooid verleden tijd
- had gelijmd
- had gelijmd
- had gelijmd
- hadden gelijmd
- hadden gelijmd
- hadden gelijmd
Toekomende tijd II
- zal gelijmd hebben
- zult gelijmd hebben
- zal gelijmd hebben
- zullen gelijmd hebben
- zullen gelijmd hebben
- zullen gelijmd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gelijmd
- zou hebben gelijmd
- zou hebben gelijmd
- zouden hebben gelijmd
- zouden hebben gelijmd
- zouden hebben gelijmd
Imperatief
- -
- lijm
- -
- -
- lijmt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries