Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [n]
- Lachen [n]
- Gelächter [n]
algemeen [v]
- lachen
ENGELS
algemeen [n]
- laugh
- laughter
algemeen [v]
- laugh
FRANS
algemeen [n]
- rire [m]
algemeen [v]
- rire
- rigoler [informal]
ITALIAANS
algemeen [n]
- riso [m]
- ridere [m]
- risata [f]
algemeen [v]
- ridere
SPAANS
algemeen [n]
- risa [f]
- carcajadas [fp]
algemeen [v]
- reír
- reírse
ZWEEDS
algemeen [n]
- skratt [n]
- munterhet [u]
algemeen [v]
- skratta
PORTUGEES
algemeen [n]
- riso [m]
- risada [f]
algemeen [v]
- rir
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- lachend
- gelachen
Presens
- lach
- lacht
- lacht
- lachen
- lachen
- lachen
Imperfect
- lachte
- lachte
- lachte
- lachten
- lachten
- lachten
Toekomende tijd I
- zal lachen
- zult lachen
- zal lachen
- zullen lachen
- zullen lachen
- zullen lachen
Conditionalis I
- zou lachen
- zou lachen
- zou lachen
- zouden lachen
- zouden lachen
- zouden lachen
Perfectum
- heb gelachen
- hebt gelachen
- heeft gelachen
- hebben gelachen
- hebben gelachen
- hebben gelachen
Voltooid verleden tijd
- had gelachen
- had gelachen
- had gelachen
- hadden gelachen
- hadden gelachen
- hadden gelachen
Toekomende tijd II
- zal gelachen hebben
- zult gelachen hebben
- zal gelachen hebben
- zullen gelachen hebben
- zullen gelachen hebben
- zullen gelachen hebben
Conditionalis II
- zou hebben gelachen
- zou hebben gelachen
- zou hebben gelachen
- zouden hebben gelachen
- zouden hebben gelachen
- zouden hebben gelachen
Imperatief
- -
- lach
- -
- -
- lacht
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries