Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
vermaak [v]
- amble
- stroll
- saunter
- ramble
FRANS
vermaak [v]
- flâner
- se balader
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
drentelen [v]
- kuieren
- rondslenteren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- flanerend
- geflaneerd
Presens
- flaneer
- flaneert
- flaneert
- flaneren
- flaneren
- flaneren
Imperfect
- flaneerde
- flaneerde
- flaneerde
- flaneerden
- flaneerden
- flaneerden
Toekomende tijd I
- zal flaneren
- zult flaneren
- zal flaneren
- zullen flaneren
- zullen flaneren
- zullen flaneren
Conditionalis I
- zou flaneren
- zou flaneren
- zou flaneren
- zouden flaneren
- zouden flaneren
- zouden flaneren
Perfectum
- heb geflaneerd
- hebt geflaneerd
- heeft geflaneerd
- hebben geflaneerd
- hebben geflaneerd
- hebben geflaneerd
Voltooid verleden tijd
- had geflaneerd
- had geflaneerd
- had geflaneerd
- hadden geflaneerd
- hadden geflaneerd
- hadden geflaneerd
Toekomende tijd II
- zal geflaneerd hebben
- zult geflaneerd hebben
- zal geflaneerd hebben
- zullen geflaneerd hebben
- zullen geflaneerd hebben
- zullen geflaneerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geflaneerd
- zou hebben geflaneerd
- zou hebben geflaneerd
- zouden hebben geflaneerd
- zouden hebben geflaneerd
- zouden hebben geflaneerd
Imperatief
- -
- flaneer
- -
- -
- flaneert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries