Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
gedrag [v]
- bother
- annoy
- pester
- vex [arch.]
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- embêterend
- geëmbêteerd
Presens
- embêteer
- embêteert
- embêteert
- embêteren
- embêteren
- embêteren
Imperfect
- embêteerde
- embêteerde
- embêteerde
- embêteerden
- embêteerden
- embêteerden
Toekomende tijd I
- zal embêteren
- zult embêteren
- zal embêteren
- zullen embêteren
- zullen embêteren
- zullen embêteren
Conditionalis I
- zou embêteren
- zou embêteren
- zou embêteren
- zouden embêteren
- zouden embêteren
- zouden embêteren
Perfectum
- heb geëmbêteerd
- hebt geëmbêteerd
- heeft geëmbêteerd
- hebben geëmbêteerd
- hebben geëmbêteerd
- hebben geëmbêteerd
Voltooid verleden tijd
- had geëmbêteerd
- had geëmbêteerd
- had geëmbêteerd
- hadden geëmbêteerd
- hadden geëmbêteerd
- hadden geëmbêteerd
Toekomende tijd II
- zal geëmbêteerd hebben
- zult geëmbêteerd hebben
- zal geëmbêteerd hebben
- zullen geëmbêteerd hebben
- zullen geëmbêteerd hebben
- zullen geëmbêteerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geëmbêteerd
- zou hebben geëmbêteerd
- zou hebben geëmbêteerd
- zouden hebben geëmbêteerd
- zouden hebben geëmbêteerd
- zouden hebben geëmbêteerd
Imperatief
- -
- embêteer
- -
- -
- embêteert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries