Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
donder [v]
- rollen
meteorologie [v]
- donnern
ENGELS
donder [v]
- rumble
- grumble
- roll
meteorologie [v]
- thunder
FRANS
donder [v]
- gronder
meteorologie [v]
- tonner
ITALIAANS
donder [v]
- rimbombare
meteorologie [v]
- tuonare
- tonare
SPAANS
donder [v]
- retumbar
meteorologie [v]
- tronar
ZWEEDS
donder [v]
- mullra
meteorologie [v]
- åska
PORTUGEES
donder [v]
- retumbar
meteorologie [v]
- trovejar
THESAURUS
donderjagen [v]
- zaniken
- zeuren
flikkeren [v]
- gooien
- smijten
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- donderend
- gedonderd
Presens
- donder
- dondert
- dondert
- donderen
- donderen
- donderen
Imperfect
- donderde
- donderde
- donderde
- donderden
- donderden
- donderden
Toekomende tijd I
- zal donderen
- zult donderen
- zal donderen
- zullen donderen
- zullen donderen
- zullen donderen
Conditionalis I
- zou donderen
- zou donderen
- zou donderen
- zouden donderen
- zouden donderen
- zouden donderen
Perfectum
- heb gedonderd
- hebt gedonderd
- heeft gedonderd
- hebben gedonderd
- hebben gedonderd
- hebben gedonderd
Voltooid verleden tijd
- had gedonderd
- had gedonderd
- had gedonderd
- hadden gedonderd
- hadden gedonderd
- hadden gedonderd
Toekomende tijd II
- zal gedonderd hebben
- zult gedonderd hebben
- zal gedonderd hebben
- zullen gedonderd hebben
- zullen gedonderd hebben
- zullen gedonderd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gedonderd
- zou hebben gedonderd
- zou hebben gedonderd
- zouden hebben gedonderd
- zouden hebben gedonderd
- zouden hebben gedonderd
Imperatief
- -
- donder
- -
- -
- dondert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries