Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
feit [v]
- verify
- check
vergelijking [v]
- check
- check out [informal]
- verify
informatie [v]
- check
- find out
FRANS
feit [v]
- vérifier
vergelijking [v]
- vérifier
- contrôler
informatie [v]
- vérifier
ITALIAANS
feit [v]
- verificare
vergelijking [v]
- controllare
- verificare
informatie [v]
- verificare
- controllare
SPAANS
feit [v]
- verificar
- comprobar
vergelijking [v]
- verificar
- examinar
informatie [v]
- verificar
- averiguar
ZWEEDS
feit [v]
- verifiera
- kontrollera
vergelijking [v]
- kontrollera
- kolla
- verifiera
informatie [v]
- ta reda på
- kolla
- kontrollera
PORTUGEES
THESAURUS
collationeren [v]
- controleren
- vergelijken
- verifiëren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- checkend
- gecheckt
Presens
- check
- checkt
- checkt
- checken
- checken
- checken
Imperfect
- checkte
- checkte
- checkte
- checkten
- checkten
- checkten
Toekomende tijd I
- zal checken
- zult checken
- zal checken
- zullen checken
- zullen checken
- zullen checken
Conditionalis I
- zou checken
- zou checken
- zou checken
- zouden checken
- zouden checken
- zouden checken
Perfectum
- heb gecheckt
- hebt gecheckt
- heeft gecheckt
- hebben gecheckt
- hebben gecheckt
- hebben gecheckt
Voltooid verleden tijd
- had gecheckt
- had gecheckt
- had gecheckt
- hadden gecheckt
- hadden gecheckt
- hadden gecheckt
Toekomende tijd II
- zal gecheckt hebben
- zult gecheckt hebben
- zal gecheckt hebben
- zullen gecheckt hebben
- zullen gecheckt hebben
- zullen gecheckt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gecheckt
- zou hebben gecheckt
- zou hebben gecheckt
- zouden hebben gecheckt
- zouden hebben gecheckt
- zouden hebben gecheckt
Imperatief
- -
- check
- -
- -
- checkt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries