Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
geneeskunde [n]
- il vomitare [m]
- vomito [m]
geneeskunde [v]
- vomitare
- rigettare
- rimettere
SPAANS
geneeskunde [n]
- vómito [m]
geneeskunde [v]
- vomitar
- devolver
ZWEEDS
geneeskunde [n]
- kräkning [u]
geneeskunde [v]
- kräkas
- kasta upp
- ha kväljningar
- spy [informal]
PORTUGEES
THESAURUS
kotsen [v]
- overgeven
- spugen
- spuwen
- uitspuwen
afschuw hebben [v]
- walgen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- brakend
- gebraakt
Presens
- braak
- braakt
- braakt
- braken
- braken
- braken
Imperfect
- braakte
- braakte
- braakte
- braakten
- braakten
- braakten
Toekomende tijd I
- zal braken
- zult braken
- zal braken
- zullen braken
- zullen braken
- zullen braken
Conditionalis I
- zou braken
- zou braken
- zou braken
- zouden braken
- zouden braken
- zouden braken
Perfectum
- heb gebraakt
- hebt gebraakt
- heeft gebraakt
- hebben gebraakt
- hebben gebraakt
- hebben gebraakt
Voltooid verleden tijd
- had gebraakt
- had gebraakt
- had gebraakt
- hadden gebraakt
- hadden gebraakt
- hadden gebraakt
Toekomende tijd II
- zal gebraakt hebben
- zult gebraakt hebben
- zal gebraakt hebben
- zullen gebraakt hebben
- zullen gebraakt hebben
- zullen gebraakt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gebraakt
- zou hebben gebraakt
- zou hebben gebraakt
- zouden hebben gebraakt
- zouden hebben gebraakt
- zouden hebben gebraakt
Imperatief
- -
- braak
- -
- -
- braakt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries