Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
berg [v]
- grimper
- monter
ITALIAANS
SPAANS
berg [v]
- escalar
- subir
- ascender
ZWEEDS
berg [v]
- bestiga
- klättra upp
PORTUGEES
berg [v]
- escalar
- subir
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- beklauterend
- beklauterd
Presens
- beklauter
- beklautert
- beklautert
- beklauteren
- beklauteren
- beklauteren
Imperfect
- beklauterde
- beklauterde
- beklauterde
- beklauterden
- beklauterden
- beklauterden
Toekomende tijd I
- zal beklauteren
- zult beklauteren
- zal beklauteren
- zullen beklauteren
- zullen beklauteren
- zullen beklauteren
Conditionalis I
- zou beklauteren
- zou beklauteren
- zou beklauteren
- zouden beklauteren
- zouden beklauteren
- zouden beklauteren
Perfectum
- heb beklauterd
- hebt beklauterd
- heeft beklauterd
- hebben beklauterd
- hebben beklauterd
- hebben beklauterd
Voltooid verleden tijd
- had beklauterd
- had beklauterd
- had beklauterd
- hadden beklauterd
- hadden beklauterd
- hadden beklauterd
Toekomende tijd II
- zal beklauterd hebben
- zult beklauterd hebben
- zal beklauterd hebben
- zullen beklauterd hebben
- zullen beklauterd hebben
- zullen beklauterd hebben
Conditionalis II
- zou hebben beklauterd
- zou hebben beklauterd
- zou hebben beklauterd
- zouden hebben beklauterd
- zouden hebben beklauterd
- zouden hebben beklauterd
Imperatief
- -
- beklauter
- -
- -
- beklautert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries