Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
steen [v]
- skulptieren
- meißeln
hout [v]
- schnitzen
ENGELS
steen [v]
- carve
- sculpt
- chisel
- sculpture
hout [v]
- carve
- sculpt
- chisel
- sculpture
FRANS
steen [v]
- ciseler
- sculpter
hout [v]
- ciseler
- sculpter
ITALIAANS
SPAANS
steen [v]
- esculpir
- cincelar
hout [v]
- tallar
- labrar
ZWEEDS
steen [v]
- hugga
- skulptera
- mejsla
hout [v]
- skära
- snida
- karva
PORTUGEES
steen [v]
- esculpir
hout [v]
- talhar
- esculpir
THESAURUS
hakken [v]
- afhakken
- houwen
- kappen
- uithakken
houwen [v]
- uithouwen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- beitelend
- gebeiteld
Presens
- beitel
- beitelt
- beitelt
- beitelen
- beitelen
- beitelen
Imperfect
- beitelde
- beitelde
- beitelde
- beitelden
- beitelden
- beitelden
Toekomende tijd I
- zal beitelen
- zult beitelen
- zal beitelen
- zullen beitelen
- zullen beitelen
- zullen beitelen
Conditionalis I
- zou beitelen
- zou beitelen
- zou beitelen
- zouden beitelen
- zouden beitelen
- zouden beitelen
Perfectum
- heb gebeiteld
- hebt gebeiteld
- heeft gebeiteld
- hebben gebeiteld
- hebben gebeiteld
- hebben gebeiteld
Voltooid verleden tijd
- had gebeiteld
- had gebeiteld
- had gebeiteld
- hadden gebeiteld
- hadden gebeiteld
- hadden gebeiteld
Toekomende tijd II
- zal gebeiteld hebben
- zult gebeiteld hebben
- zal gebeiteld hebben
- zullen gebeiteld hebben
- zullen gebeiteld hebben
- zullen gebeiteld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gebeiteld
- zou hebben gebeiteld
- zou hebben gebeiteld
- zouden hebben gebeiteld
- zouden hebben gebeiteld
- zouden hebben gebeiteld
Imperatief
- -
- beitel
- -
- -
- beitelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries