Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
aanval [v]
- parieren
- abwehren
insecten [v]
- abwehren
ENGELS
aanval [v]
- parry
- ward off
insecten [v]
- repel
FRANS
aanval [v]
- parer
insecten [v]
- repousser
- éloigner
ITALIAANS
aanval [v]
- parare
insecten [v]
- tenere lontano
SPAANS
aanval [v]
- rechazar
insecten [v]
- repeler
ZWEEDS
aanval [v]
- parera
insecten [v]
- jaga bort
PORTUGEES
aanval [v]
- defender-se
- esgueirar-se
insecten [v]
- repelir
THESAURUS
afwenden [v]
afslaan [v]
- bezweren
- pareren
- tegenhouden
- verdrijven
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afwerend
- afgeweerd
Presens
- weer af
- weert af
- weert af
- weren af
- weren af
- weren af
Imperfect
- weerde af
- weerde af
- weerde af
- weerden af
- weerden af
- weerden af
Toekomende tijd I
- zal afweren
- zult afweren
- zal afweren
- zullen afweren
- zullen afweren
- zullen afweren
Conditionalis I
- zou afweren
- zou afweren
- zou afweren
- zouden afweren
- zouden afweren
- zouden afweren
Perfectum
- heb afgeweerd
- hebt afgeweerd
- heeft afgeweerd
- hebben afgeweerd
- hebben afgeweerd
- hebben afgeweerd
Voltooid verleden tijd
- had afgeweerd
- had afgeweerd
- had afgeweerd
- hadden afgeweerd
- hadden afgeweerd
- hadden afgeweerd
Toekomende tijd II
- zal afgeweerd hebben
- zult afgeweerd hebben
- zal afgeweerd hebben
- zullen afgeweerd hebben
- zullen afgeweerd hebben
- zullen afgeweerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgeweerd
- zou hebben afgeweerd
- zou hebben afgeweerd
- zouden hebben afgeweerd
- zouden hebben afgeweerd
- zouden hebben afgeweerd
Imperatief
- -
- weer af
- -
- -
- weert af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries