Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
magie [v]
- anrufen
- beschwören
godsdienst [v]
- austreiben
- beschwören
ENGELS
magie [v]
- conjure
- invoke
- rouse
- charm
godsdienst [v]
- exorcize
- drive out an evil spirit
FRANS
magie [v]
- invoquer
- évoquer
- charmer
godsdienst [v]
- exorciser
- conjurer
ITALIAANS
SPAANS
magie [v]
- conjurar
- invocar
- encantar
godsdienst [v]
- exorcizar
- conjurar
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
garanderen [v]
- verklaren
- verzekeren
bidden [v]
- smeken
afwenden [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bezwerend
- bezworen
Presens
- bezweer
- bezweert
- bezweert
- bezweren
- bezweren
- bezweren
Imperfect
- bezwoer
- bezwoer
- bezwoer
- bezwoeren
- bezwoeren
- bezwoeren
Toekomende tijd I
- zal bezweren
- zult bezweren
- zal bezweren
- zullen bezweren
- zullen bezweren
- zullen bezweren
Conditionalis I
- zou bezweren
- zou bezweren
- zou bezweren
- zouden bezweren
- zouden bezweren
- zouden bezweren
Perfectum
- heb bezworen
- hebt bezworen
- heeft bezworen
- hebben bezworen
- hebben bezworen
- hebben bezworen
Voltooid verleden tijd
- had bezworen
- had bezworen
- had bezworen
- hadden bezworen
- hadden bezworen
- hadden bezworen
Toekomende tijd II
- zal bezworen hebben
- zult bezworen hebben
- zal bezworen hebben
- zullen bezworen hebben
- zullen bezworen hebben
- zullen bezworen hebben
Conditionalis II
- zou hebben bezworen
- zou hebben bezworen
- zou hebben bezworen
- zouden hebben bezworen
- zouden hebben bezworen
- zouden hebben bezworen
Imperatief
- -
- bezweer
- -
- -
- bezweert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries