Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
woord [v]
- abkürzen
tekst [v]
- kürzen
- abkürzen
- kürzer machen
ENGELS
woord [v]
- shorten
- abbreviate
tekst [v]
- shorten
- abbreviate
- abridge
FRANS
woord [v]
- raccourcir
- abréger
tekst [v]
- raccourcir
- abréger
- condenser
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
woord [v]
- förkorta
tekst [v]
- förkorta
- dra ihop
- korta av
PORTUGEES
woord [v]
- encurtar
- abreviar
tekst [v]
- encurtar
- resumir
- abreviar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afkortend
- afgekort
Presens
- kort af
- kort af
- kort af
- korten af
- korten af
- korten af
Imperfect
- kortte af
- kortte af
- kortte af
- kortten af
- kortten af
- kortten af
Toekomende tijd I
- zal afkorten
- zult afkorten
- zal afkorten
- zullen afkorten
- zullen afkorten
- zullen afkorten
Conditionalis I
- zou afkorten
- zou afkorten
- zou afkorten
- zouden afkorten
- zouden afkorten
- zouden afkorten
Perfectum
- heb afgekort
- hebt afgekort
- heeft afgekort
- hebben afgekort
- hebben afgekort
- hebben afgekort
Voltooid verleden tijd
- had afgekort
- had afgekort
- had afgekort
- hadden afgekort
- hadden afgekort
- hadden afgekort
Toekomende tijd II
- zal afgekort hebben
- zult afgekort hebben
- zal afgekort hebben
- zullen afgekort hebben
- zullen afgekort hebben
- zullen afgekort hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgekort
- zou hebben afgekort
- zou hebben afgekort
- zouden hebben afgekort
- zouden hebben afgekort
- zouden hebben afgekort
Imperatief
- -
- kort af
- -
- -
- kort af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries