Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
graan [n]
- Kleie [f]
ENGELS
graan [n]
- bran
FRANS
graan [n]
- son [m]
ITALIAANS
graan [n]
- crusca [f]
SPAANS
graan [n]
- salvado [m]
ZWEEDS
graan [n]
- kli [n]
PORTUGEES
graan [n]
- farelo [m]
THESAURUS
drenzen [v]
- zaniken
- zeuren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- zemelend
- gezemeld
Presens
- zemel
- zemelt
- zemelt
- zemelen
- zemelen
- zemelen
Imperfect
- zemelde
- zemelde
- zemelde
- zemelden
- zemelden
- zemelden
Toekomende tijd I
- zal zemelen
- zult zemelen
- zal zemelen
- zullen zemelen
- zullen zemelen
- zullen zemelen
Conditionalis I
- zou zemelen
- zou zemelen
- zou zemelen
- zouden zemelen
- zouden zemelen
- zouden zemelen
Perfectum
- heb gezemeld
- hebt gezemeld
- heeft gezemeld
- hebben gezemeld
- hebben gezemeld
- hebben gezemeld
Voltooid verleden tijd
- had gezemeld
- had gezemeld
- had gezemeld
- hadden gezemeld
- hadden gezemeld
- hadden gezemeld
Toekomende tijd II
- zal gezemeld hebben
- zult gezemeld hebben
- zal gezemeld hebben
- zullen gezemeld hebben
- zullen gezemeld hebben
- zullen gezemeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gezemeld
- zou hebben gezemeld
- zou hebben gezemeld
- zouden hebben gezemeld
- zouden hebben gezemeld
- zouden hebben gezemeld
Imperatief
- -
- zemel
- -
- -
- zemelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries