Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
godsdienst [v]
- salben
ENGELS
godsdienst [v]
- anoint
FRANS
godsdienst [v]
- oindre
ITALIAANS
godsdienst [v]
- ungere
SPAANS
godsdienst [v]
- untar
ZWEEDS
godsdienst [v]
- smörja
PORTUGEES
godsdienst [v]
- ungir
- untar
THESAURUS
insmeren [v]
heiligen [v]
- wijden
- zegenen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- zalvend
- gezalfd
Presens
- zalf
- zalft
- zalft
- zalven
- zalven
- zalven
Imperfect
- zalfde
- zalfde
- zalfde
- zalfden
- zalfden
- zalfden
Toekomende tijd I
- zal zalven
- zult zalven
- zal zalven
- zullen zalven
- zullen zalven
- zullen zalven
Conditionalis I
- zou zalven
- zou zalven
- zou zalven
- zouden zalven
- zouden zalven
- zouden zalven
Perfectum
- heb gezalfd
- hebt gezalfd
- heeft gezalfd
- hebben gezalfd
- hebben gezalfd
- hebben gezalfd
Voltooid verleden tijd
- had gezalfd
- had gezalfd
- had gezalfd
- hadden gezalfd
- hadden gezalfd
- hadden gezalfd
Toekomende tijd II
- zal gezalfd hebben
- zult gezalfd hebben
- zal gezalfd hebben
- zullen gezalfd hebben
- zullen gezalfd hebben
- zullen gezalfd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gezalfd
- zou hebben gezalfd
- zou hebben gezalfd
- zouden hebben gezalfd
- zouden hebben gezalfd
- zouden hebben gezalfd
Imperatief
- -
- zalf
- -
- -
- zalft
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries