Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [n]
- Wachen [n]
nacht [v]
- aufbleiben
- wach bleiben
ENGELS
algemeen [n]
- wakefulness
nacht [v]
- watch
- stay awake
FRANS
algemeen [n]
- veille [f]
nacht [v]
- veiller
- rester éveillé
ITALIAANS
algemeen [n]
- veglia [f]
nacht [v]
- vegliare
- stare sveglio
SPAANS
algemeen [n]
- vela [f]
nacht [v]
- velar
- quedarse levantado
ZWEEDS
algemeen [n]
- vakenhet [u]
nacht [v]
- stanna uppe
- hålla sig vaken
PORTUGEES
algemeen [n]
- vigília [f]
nacht [v]
- passar em claro
- virar
THESAURUS
opblijven [v]
- wakker blijven
erop toezien [v]
- oppassen voor
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- wakend
- gewaakt
Presens
- waak
- waakt
- waakt
- waken
- waken
- waken
Imperfect
- waakte
- waakte
- waakte
- waakten
- waakten
- waakten
Toekomende tijd I
- zal waken
- zult waken
- zal waken
- zullen waken
- zullen waken
- zullen waken
Conditionalis I
- zou waken
- zou waken
- zou waken
- zouden waken
- zouden waken
- zouden waken
Perfectum
- heb gewaakt
- hebt gewaakt
- heeft gewaakt
- hebben gewaakt
- hebben gewaakt
- hebben gewaakt
Voltooid verleden tijd
- had gewaakt
- had gewaakt
- had gewaakt
- hadden gewaakt
- hadden gewaakt
- hadden gewaakt
Toekomende tijd II
- zal gewaakt hebben
- zult gewaakt hebben
- zal gewaakt hebben
- zullen gewaakt hebben
- zullen gewaakt hebben
- zullen gewaakt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gewaakt
- zou hebben gewaakt
- zou hebben gewaakt
- zouden hebben gewaakt
- zouden hebben gewaakt
- zouden hebben gewaakt
Imperatief
- -
- waak
- -
- -
- waakt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries