Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
liefde [n]
- necking
- petting
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
minnekozen [v]
- aanhalen
- verliefd doen
minnen [v]
scharrelen [v]
- gaan
neuken [v]
- kezen
- naaien
- van bil gaan
- vozen
- wippen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- vrijend
- gevrijd
Presens
- vrij
- vrijt
- vrijt
- vrijen
- vrijen
- vrijen
Imperfect
- vrijde
- vrijde
- vrijde
- vrijden
- vrijden
- vrijden
Toekomende tijd I
- zal vrijen
- zult vrijen
- zal vrijen
- zullen vrijen
- zullen vrijen
- zullen vrijen
Conditionalis I
- zou vrijen
- zou vrijen
- zou vrijen
- zouden vrijen
- zouden vrijen
- zouden vrijen
Perfectum
- heb gevrijd
- hebt gevrijd
- heeft gevrijd
- hebben gevrijd
- hebben gevrijd
- hebben gevrijd
Voltooid verleden tijd
- had gevrijd
- had gevrijd
- had gevrijd
- hadden gevrijd
- hadden gevrijd
- hadden gevrijd
Toekomende tijd II
- zal gevrijd hebben
- zult gevrijd hebben
- zal gevrijd hebben
- zullen gevrijd hebben
- zullen gevrijd hebben
- zullen gevrijd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gevrijd
- zou hebben gevrijd
- zou hebben gevrijd
- zouden hebben gevrijd
- zouden hebben gevrijd
- zouden hebben gevrijd
Imperatief
- -
- vrij
- -
- -
- vrijt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries