Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
persoon [v]
- vorausgehen
ENGELS
persoon [v]
- outstrip
FRANS
persoon [v]
- devancer
- dépasser
- distancer
ITALIAANS
persoon [v]
- distanziare
SPAANS
persoon [v]
- dejar atrás
ZWEEDS
persoon [v]
- distansera
- springa om
PORTUGEES
persoon [v]
- passar
- ultrapassar
THESAURUS
langslopen [v]
- passeren
passeren [v]
- inhalen
- voorbijgaan
- voorbijrijden
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- voorbijlopend
- voorbijgelopen
Presens
- loop voorbij
- loopt voorbij
- loopt voorbij
- lopen voorbij
- lopen voorbij
- lopen voorbij
Imperfect
- liep voorbij
- liep voorbij
- liep voorbij
- liepen voorbij
- liepen voorbij
- liepen voorbij
Toekomende tijd I
- zal voorbijlopen
- zult voorbijlopen
- zal voorbijlopen
- zullen voorbijlopen
- zullen voorbijlopen
- zullen voorbijlopen
Conditionalis I
- zou voorbijlopen
- zou voorbijlopen
- zou voorbijlopen
- zouden voorbijlopen
- zouden voorbijlopen
- zouden voorbijlopen
Perfectum
- ben voorbijgelopen
- bent voorbijgelopen
- is voorbijgelopen
- zijn voorbijgelopen
- zijn voorbijgelopen
- zijn voorbijgelopen
Voltooid verleden tijd
- was voorbijgelopen
- was voorbijgelopen
- was voorbijgelopen
- waren voorbijgelopen
- waren voorbijgelopen
- waren voorbijgelopen
Toekomende tijd II
- zal voorbijgelopen zijn
- zult voorbijgelopen zijn
- zal voorbijgelopen zijn
- zullen voorbijgelopen zijn
- zullen voorbijgelopen zijn
- zullen voorbijgelopen zijn
Conditionalis II
- zou zijn voorbijgelopen
- zou zijn voorbijgelopen
- zou zijn voorbijgelopen
- zouden zijn voorbijgelopen
- zouden zijn voorbijgelopen
- zouden zijn voorbijgelopen
Imperatief
- -
- loop voorbij
- -
- -
- loopt voorbij
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries