Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- verstreuen
- hier und da setzen
gerucht [v]
- ausposaunen
- austrompeten
ruiken [v]
- abgeben
nieuws [v]
- verbreiten
idee [v]
- verbreiten
verstrooien [v]
- zerstreuen
- auseinander streuen
uitspreiden [v]
- zerstreuen
- verbreiten
ENGELS
algemeen [v]
- intersperse
gerucht [v]
- bandy around
- spread
- bandy about
ruiken [v]
- give off
- emit [formal]
nieuws [v]
- spread
idee [v]
- disseminate [formal]
- spread widely
- promulgate [formal]
verstrooien [v]
- dissipate
- disperse
uitspreiden [v]
- diffuse
- spread
FRANS
algemeen [v]
- parsemer
- répandre
- disperser
- émailler
- semer çà et là
gerucht [v]
- claironner
- propager
ruiken [v]
- dégager
- répandre
nieuws [v]
- faire circuler
idee [v]
- disséminer
- propager
- répandre
verstrooien [v]
- disperser
- dissiper
uitspreiden [v]
- diffuser
- répandre
ITALIAANS
algemeen [v]
- frammischiare
- frammezzare
gerucht [v]
- strombazzare
ruiken [v]
- mandare
- emanare
nieuws [v]
- far circolare
idee [v]
- disseminare
- propagare
- diffondere
- divulgare
verstrooien [v]
- dissipare
- disperdere
uitspreiden [v]
- diffondere
- spargere
SPAANS
algemeen [v]
- esparcir
gerucht [v]
- divulgar
- rumorear
ruiken [v]
- emitir
nieuws [v]
- propagar
- difundir
idee [v]
- diseminar
- difundir
- divulgar
verstrooien [v]
- disipar
- dispersar
uitspreiden [v]
- difundir
- esparcir
ZWEEDS
algemeen [v]
- strö in
- blanda in
gerucht [v]
- trumpeta ut
- sprida
ruiken [v]
- avge
nieuws [v]
- sprida
idee [v]
- utsprida
- utströ
- utbreda
- förkunna
- sprida
verstrooien [v]
- sprida
- skingra
uitspreiden [v]
- sprida
- utbreda
PORTUGEES
algemeen [v]
- entremear
gerucht [v]
- espalhar
- divulgar
- soltar aos quatro ventos
ruiken [v]
- exalar
- emanar
nieuws [v]
- espalhar
idee [v]
- disseminar
- espalhar
- difundir
- divulgar
verstrooien [v]
- dissipar
- dispersar
uitspreiden [v]
- difundir
- espalhar
THESAURUS
afgeven [v]
afstralen [v]
- uitstralen
propageren [v]
- adverteren
- verkondigen
zaaien [v]
- strooien
- uitzaaien
verkondigen [v]
- prediken
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- verspreidend
- verspreid
Presens
- verspreid
- verspreidt
- verspreidt
- verspreiden
- verspreiden
- verspreiden
Imperfect
- verspreidde
- verspreidde
- verspreidde
- verspreidden
- verspreidden
- verspreidden
Toekomende tijd I
- zal verspreiden
- zult verspreiden
- zal verspreiden
- zullen verspreiden
- zullen verspreiden
- zullen verspreiden
Conditionalis I
- zou verspreiden
- zou verspreiden
- zou verspreiden
- zouden verspreiden
- zouden verspreiden
- zouden verspreiden
Perfectum
- heb verspreid
- hebt verspreid
- heeft verspreid
- hebben verspreid
- hebben verspreid
- hebben verspreid
Voltooid verleden tijd
- had verspreid
- had verspreid
- had verspreid
- hadden verspreid
- hadden verspreid
- hadden verspreid
Toekomende tijd II
- zal verspreid hebben
- zult verspreid hebben
- zal verspreid hebben
- zullen verspreid hebben
- zullen verspreid hebben
- zullen verspreid hebben
Conditionalis II
- zou hebben verspreid
- zou hebben verspreid
- zou hebben verspreid
- zouden hebben verspreid
- zouden hebben verspreid
- zouden hebben verspreid
Imperatief
- -
- verspreid
- -
- -
- verspreidt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries