Tegenwoordig en verleden deelwoord - verontreinigend - verontreinigd Presens - verontreinig - verontreinigt - verontreinigt - verontreinigen - verontreinigen - verontreinigen Imperfect - verontreinigde - verontreinigde - verontreinigde - verontreinigden - verontreinigden - verontreinigden Toekomende tijd I - zal verontreinigen - zult verontreinigen - zal verontreinigen - zullen verontreinigen - zullen verontreinigen - zullen verontreinigen Conditionalis I - zou verontreinigen - zou verontreinigen - zou verontreinigen - zouden verontreinigen - zouden verontreinigen - zouden verontreinigen Perfectum - heb verontreinigd - hebt verontreinigd - heeft verontreinigd - hebben verontreinigd - hebben verontreinigd - hebben verontreinigd Voltooid verleden tijd - had verontreinigd - had verontreinigd - had verontreinigd - hadden verontreinigd - hadden verontreinigd - hadden verontreinigd Toekomende tijd II - zal verontreinigd hebben - zult verontreinigd hebben - zal verontreinigd hebben - zullen verontreinigd hebben - zullen verontreinigd hebben - zullen verontreinigd hebben Conditionalis II - zou hebben verontreinigd - zou hebben verontreinigd - zou hebben verontreinigd - zouden hebben verontreinigd - zouden hebben verontreinigd - zouden hebben verontreinigd Imperatief - - - verontreinig - - - - - verontreinigt - -