Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- feststellen
oorzaak [v]
- feststellen
zin [v]
- feststellen
- bestimmen
belastingen [v]
- bewerten
- abschätzen
waarheid [v]
- feststellen
positie [v]
- feststellen
probleem [v]
- feststellen
tijd [v]
- festlegen
- festsetzen
ENGELS
algemeen [v]
- determine
oorzaak [v]
- identify
zin [v]
- determine
belastingen [v]
- assess
waarheid [v]
- establish
positie [v]
- determine
probleem [v]
- identify
- locate
tijd [v]
- state
- specify
FRANS
algemeen [v]
- déterminer
- constater
oorzaak [v]
- identifier
zin [v]
- déterminer
belastingen [v]
- évaluer
- apprécier
waarheid [v]
- établir
positie [v]
- déterminer
probleem [v]
- identifier
- déterminer
- trouver
- localiser
tijd [v]
- préciser
- spécifier
ITALIAANS
algemeen [v]
- determinare
- fissare
- stabilire
- constatare
oorzaak [v]
- identificare
- scoprire
zin [v]
- determinare
belastingen [v]
- valutare
- stimare
waarheid [v]
- stabilire
positie [v]
- determinare
- stabilire
probleem [v]
- scoprire
- identificare
- trovare
- localizzare
tijd [v]
- dichiarare
- specificare
- indicare
SPAANS
algemeen [v]
- determinar
- constatar
- establecer
oorzaak [v]
- identificar
zin [v]
- determinar
belastingen [v]
- tasar
- valorar
- evaluar
waarheid [v]
- establecer
positie [v]
- determinar
- establecer
probleem [v]
- identificar
- localizar
- encontrar
tijd [v]
- especificar
- declarar
- determinar
ZWEEDS
algemeen [v]
- fastställa
- konstatera
oorzaak [v]
- fastställa
zin [v]
- fastställa
belastingen [v]
- uppskatta
- bedöma
- värdera
waarheid [v]
- fastställa
positie [v]
- beräkna
probleem [v]
- fastställa
tijd [v]
- fastställa
PORTUGEES
algemeen [v]
- constatar
oorzaak [v]
- identificar
zin [v]
- determinar
- definir
belastingen [v]
- avaliar
waarheid [v]
- estabelecer
positie [v]
- determinar
- estabelecer
probleem [v]
- identificar
- localizar
tijd [v]
- indicar
- especificar
- determinar
THESAURUS
beoordelen [v]
- bepalen
- evalueren
beslissen [v]
- voorschrijven
constateren [v]
- opmerken
- wijzen op
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- vaststellend
- vastgesteld
Presens
- stel vast
- stelt vast
- stelt vast
- stellen vast
- stellen vast
- stellen vast
Imperfect
- stelde vast
- stelde vast
- stelde vast
- stelden vast
- stelden vast
- stelden vast
Toekomende tijd I
- zal vaststellen
- zult vaststellen
- zal vaststellen
- zullen vaststellen
- zullen vaststellen
- zullen vaststellen
Conditionalis I
- zou vaststellen
- zou vaststellen
- zou vaststellen
- zouden vaststellen
- zouden vaststellen
- zouden vaststellen
Perfectum
- heb vastgesteld
- hebt vastgesteld
- heeft vastgesteld
- hebben vastgesteld
- hebben vastgesteld
- hebben vastgesteld
Voltooid verleden tijd
- had vastgesteld
- had vastgesteld
- had vastgesteld
- hadden vastgesteld
- hadden vastgesteld
- hadden vastgesteld
Toekomende tijd II
- zal vastgesteld hebben
- zult vastgesteld hebben
- zal vastgesteld hebben
- zullen vastgesteld hebben
- zullen vastgesteld hebben
- zullen vastgesteld hebben
Conditionalis II
- zou hebben vastgesteld
- zou hebben vastgesteld
- zou hebben vastgesteld
- zouden hebben vastgesteld
- zouden hebben vastgesteld
- zouden hebben vastgesteld
Imperatief
- -
- stel vast
- -
- -
- stelt vast
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries