Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- spreizen
vleugels [v]
- ausbreiten
voorwerp [v]
- ausbreiten
verspreiden [v]
- zerstreuen
- verbreiten
ten toon spreiden [v]
- auslegen
- ausbreiten
- zur Schau stellen
ENGELS
algemeen [v]
- splay out
- splay
vleugels [v]
- spread out
voorwerp [v]
- spread out
verspreiden [v]
- diffuse
- spread
ten toon spreiden [v]
- lay out
- spread out
FRANS
algemeen [v]
- étendre
vleugels [v]
- se déployer
voorwerp [v]
- étendre
verspreiden [v]
- diffuser
- répandre
ten toon spreiden [v]
- disposer
- étaler
ITALIAANS
algemeen [v]
- allargare
- distendere
vleugels [v]
- spiegare
voorwerp [v]
- stendere
verspreiden [v]
- diffondere
- spargere
ten toon spreiden [v]
- sistemare
- disporre ordinatamente
SPAANS
algemeen [v]
- extender
vleugels [v]
- desplegar
voorwerp [v]
- extender
verspreiden [v]
- difundir
- esparcir
ten toon spreiden [v]
- tender
- extender
ZWEEDS
algemeen [v]
- spreta med
vleugels [v]
- spänna ut
voorwerp [v]
- bre ut
verspreiden [v]
- sprida
- utbreda
ten toon spreiden [v]
- lägga ut
- breda ut
PORTUGEES
algemeen [v]
- espalhar
- abrir
vleugels [v]
- abrir
- estender
voorwerp [v]
- estender
verspreiden [v]
- difundir
- espalhar
ten toon spreiden [v]
- dispor
- expor
- mostrar
THESAURUS
uitleggen [v]
uitzetten [v]
- openzetten
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- uitspreidend
- uitgespreid
Presens
- spreid uit
- spreidt uit
- spreidt uit
- spreiden uit
- spreiden uit
- spreiden uit
Imperfect
- spreidde uit
- spreidde uit
- spreidde uit
- spreidden uit
- spreidden uit
- spreidden uit
Toekomende tijd I
- zal uitspreiden
- zult uitspreiden
- zal uitspreiden
- zullen uitspreiden
- zullen uitspreiden
- zullen uitspreiden
Conditionalis I
- zou uitspreiden
- zou uitspreiden
- zou uitspreiden
- zouden uitspreiden
- zouden uitspreiden
- zouden uitspreiden
Perfectum
- heb uitgespreid
- hebt uitgespreid
- heeft uitgespreid
- hebben uitgespreid
- hebben uitgespreid
- hebben uitgespreid
Voltooid verleden tijd
- had uitgespreid
- had uitgespreid
- had uitgespreid
- hadden uitgespreid
- hadden uitgespreid
- hadden uitgespreid
Toekomende tijd II
- zal uitgespreid hebben
- zult uitgespreid hebben
- zal uitgespreid hebben
- zullen uitgespreid hebben
- zullen uitgespreid hebben
- zullen uitgespreid hebben
Conditionalis II
- zou hebben uitgespreid
- zou hebben uitgespreid
- zou hebben uitgespreid
- zouden hebben uitgespreid
- zouden hebben uitgespreid
- zouden hebben uitgespreid
Imperatief
- -
- spreid uit
- -
- -
- spreidt uit
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries