Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
voorwerpen [v]
- austeilen
distribueren [v]
- verteilen
- vertreiben
ENGELS
voorwerpen [v]
- hand out
distribueren [v]
- dispense
- distribute
- deal out
- deal
- pass out
FRANS
voorwerpen [v]
- distribuer
distribueren [v]
- distribuer
- dispenser
ITALIAANS
voorwerpen [v]
- distribuire
distribueren [v]
- dispensare
- distribuire
- elargire
SPAANS
voorwerpen [v]
- distribuir
distribueren [v]
- dispensar
- repartir
- distribuir
ZWEEDS
voorwerpen [v]
- utdela
distribueren [v]
- fördela
- utdela
- distribuera
PORTUGEES
voorwerpen [v]
- distribuir
distribueren [v]
- dispensar
- distribuir
THESAURUS
distribueren [v]
- geven
- ronddelen
- uitmeten
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- uitdelend
- uitgedeeld
Presens
- deel uit
- deelt uit
- deelt uit
- delen uit
- delen uit
- delen uit
Imperfect
- deelde uit
- deelde uit
- deelde uit
- deelden uit
- deelden uit
- deelden uit
Toekomende tijd I
- zal uitdelen
- zult uitdelen
- zal uitdelen
- zullen uitdelen
- zullen uitdelen
- zullen uitdelen
Conditionalis I
- zou uitdelen
- zou uitdelen
- zou uitdelen
- zouden uitdelen
- zouden uitdelen
- zouden uitdelen
Perfectum
- heb uitgedeeld
- hebt uitgedeeld
- heeft uitgedeeld
- hebben uitgedeeld
- hebben uitgedeeld
- hebben uitgedeeld
Voltooid verleden tijd
- had uitgedeeld
- had uitgedeeld
- had uitgedeeld
- hadden uitgedeeld
- hadden uitgedeeld
- hadden uitgedeeld
Toekomende tijd II
- zal uitgedeeld hebben
- zult uitgedeeld hebben
- zal uitgedeeld hebben
- zullen uitgedeeld hebben
- zullen uitgedeeld hebben
- zullen uitgedeeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben uitgedeeld
- zou hebben uitgedeeld
- zou hebben uitgedeeld
- zouden hebben uitgedeeld
- zouden hebben uitgedeeld
- zouden hebben uitgedeeld
Imperatief
- -
- deel uit
- -
- -
- deelt uit
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries