Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ritme [v]
- pulsieren
- vibrieren
spier [v]
- zucken
ouderdom [v]
- zittern
kou [v]
- zittern
- schlottern
vrees [v]
- zittern
stem [v]
- zittern
- beben
gebouw [v]
- beben
- wackeln
- zittern
ENGELS
ritme [v]
- pulsate
- pulse
- beat
- throb
spier [v]
- twitch
ouderdom [v]
- dodder [informal]
- tremble
kou [v]
- shake
- tremble
- shiver
- quiver
- quake
vrees [v]
- quiver
stem [v]
- quaver
- tremble
gebouw [v]
- shake
- tremble
- shiver
FRANS
ritme [v]
- rythmer
- scander
- cadencer
- battre la mesure
spier [v]
- se convulser
ouderdom [v]
- trembler
- trembloter
kou [v]
- trembler
- trembloter
vrees [v]
- frémir
stem [v]
- chevroter
- trembloter
gebouw [v]
- trembler
- être ébranlé
ITALIAANS
ritme [v]
- pulsare
- palpitare
spier [v]
- contrarsi
ouderdom [v]
- tremolare
- tremare
kou [v]
- tremare
- tremolare
vrees [v]
- fremere
- tremare
stem [v]
- tremare
- tremolare
gebouw [v]
- tremare
- oscillare
SPAANS
ritme [v]
- latir
- palpitar
- vibrar
spier [v]
- crisparse
ouderdom [v]
- temblequear
- chochear
kou [v]
- temblar
- estremecerse
vrees [v]
- temblar
stem [v]
- temblar
- vibrar
gebouw [v]
- estremecerse
- temblar
ZWEEDS
ritme [v]
- pulsera
- dunka
spier [v]
- dras ihop
- rycka till
ouderdom [v]
- darra
- skälva
kou [v]
- darra
- skälva
- skaka
vrees [v]
- darra
- skälva
stem [v]
- darra
- skälva
gebouw [v]
- skaka
- komma att skaka
- skälva
PORTUGEES
ritme [v]
- vibrar
- pulsar
spier [v]
- contrair-se
ouderdom [v]
- tremer
- ter tremores
kou [v]
- tremer
- estremecer
- tiritar
vrees [v]
- tremer
stem [v]
- tremer
- tremular
gebouw [v]
- sacudir
- tremer
- balançar
THESAURUS
zinderen [v]
beven [v]
- bibberen
- huiveren
- rillen
- sidderen
vibreren [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- trillend
- getrild
Presens
- tril
- trilt
- trilt
- trillen
- trillen
- trillen
Imperfect
- trilde
- trilde
- trilde
- trilden
- trilden
- trilden
Toekomende tijd I
- zal trillen
- zult trillen
- zal trillen
- zullen trillen
- zullen trillen
- zullen trillen
Conditionalis I
- zou trillen
- zou trillen
- zou trillen
- zouden trillen
- zouden trillen
- zouden trillen
Perfectum
- heb getrild
- hebt getrild
- heeft getrild
- hebben getrild
- hebben getrild
- hebben getrild
Voltooid verleden tijd
- had getrild
- had getrild
- had getrild
- hadden getrild
- hadden getrild
- hadden getrild
Toekomende tijd II
- zal getrild hebben
- zult getrild hebben
- zal getrild hebben
- zullen getrild hebben
- zullen getrild hebben
- zullen getrild hebben
Conditionalis II
- zou hebben getrild
- zou hebben getrild
- zou hebben getrild
- zouden hebben getrild
- zouden hebben getrild
- zouden hebben getrild
Imperatief
- -
- tril
- -
- -
- trilt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries