Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
sport [v]
- spurten
- sprinten
ENGELS
sport [v]
- spurt
- spirt
- sprint
FRANS
sport [v]
- sprinter
ITALIAANS
SPAANS
sport [v]
- acelerar
- esprintar
ZWEEDS
sport [v]
- spurta
- sprinta
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- spurtend
- gespurt
Presens
- spurt
- spurt
- spurt
- spurten
- spurten
- spurten
Imperfect
- spurtte
- spurtte
- spurtte
- spurtten
- spurtten
- spurtten
Toekomende tijd I
- zal spurten
- zult spurten
- zal spurten
- zullen spurten
- zullen spurten
- zullen spurten
Conditionalis I
- zou spurten
- zou spurten
- zou spurten
- zouden spurten
- zouden spurten
- zouden spurten
Perfectum
- heb gespurt
- hebt gespurt
- heeft gespurt
- hebben gespurt
- hebben gespurt
- hebben gespurt
Voltooid verleden tijd
- had gespurt
- had gespurt
- had gespurt
- hadden gespurt
- hadden gespurt
- hadden gespurt
Toekomende tijd II
- zal gespurt hebben
- zult gespurt hebben
- zal gespurt hebben
- zullen gespurt hebben
- zullen gespurt hebben
- zullen gespurt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gespurt
- zou hebben gespurt
- zou hebben gespurt
- zouden hebben gespurt
- zouden hebben gespurt
- zouden hebben gespurt
Imperatief
- -
- spurt
- -
- -
- spurt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries