Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
schatting [v]
- schätzen
uitgaven [v]
- schätzen
- abschätzen
- veranschlagen
waarde [v]
- abschätzen
- bewerten
- taxieren
belastingen [v]
- bewerten
- abschätzen
mening [v]
- einschätzen
- beurteilen
- bewerten
berekenen [v]
- schätzen
- berechnen
beoordelen [v]
- schätzen
- beurteilen
ENGELS
schatting [v]
- reckon
- guess
uitgaven [v]
- estimate
- cost
waarde [v]
- appraise
- evaluate
- estimate
- value
belastingen [v]
- assess
mening [v]
- rate
- grade
- evaluate
berekenen [v]
- estimate
- calculate
beoordelen [v]
- estimate
- judge
FRANS
schatting [v]
- estimer
uitgaven [v]
- évaluer
- estimer
- chiffrer
waarde [v]
- priser
- estimer
- évaluer
belastingen [v]
- évaluer
- apprécier
mening [v]
- évaluer
- estimer
- coter
- juger
berekenen [v]
- estimer
- calculer
beoordelen [v]
- évaluer
- estimer
ITALIAANS
schatting [v]
- calcolare
- stimare
uitgaven [v]
- stimare
- valutare
waarde [v]
- valutare
- stimare
belastingen [v]
- valutare
- stimare
mening [v]
- valutare
- giudicare
berekenen [v]
- stimare
- calcolare
beoordelen [v]
- stimare
- valutare
SPAANS
schatting [v]
- estimar
- calcular
uitgaven [v]
- estimar
waarde [v]
- valorar
- tasar
- evaluar
belastingen [v]
- tasar
- valorar
- evaluar
mening [v]
- clasificar
- considerar
berekenen [v]
- calcular
- estimar
beoordelen [v]
- estimar
- evaluar
ZWEEDS
schatting [v]
- uppskatta
uitgaven [v]
- uppskatta
- beräkna
waarde [v]
- värdera
- taxera
- uppskatta
- bedöma
belastingen [v]
- uppskatta
- bedöma
- värdera
mening [v]
- klassa
- klassificera
- bedöma
berekenen [v]
- uppskatta
- beräkna
beoordelen [v]
- bedöma
- avgöra
PORTUGEES
schatting [v]
- estimar
- prever
uitgaven [v]
- estimar
- orçar
waarde [v]
- avaliar
- estimar
- apreçar
- calcular
belastingen [v]
- avaliar
mening [v]
- classificar
- avaliar
berekenen [v]
- estimar
- calcular
beoordelen [v]
- estimar
- julgar
THESAURUS
ramen [v]
- taxeren
aanslaan [v]
- achten
- beoordelen
beschouwen [v]
- houden voor
- inschatten
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- schattend
- geschat
Presens
- schat
- schat
- schat
- schatten
- schatten
- schatten
Imperfect
- schatte
- schatte
- schatte
- schatten
- schatten
- schatten
Toekomende tijd I
- zal schatten
- zult schatten
- zal schatten
- zullen schatten
- zullen schatten
- zullen schatten
Conditionalis I
- zou schatten
- zou schatten
- zou schatten
- zouden schatten
- zouden schatten
- zouden schatten
Perfectum
- heb geschat
- hebt geschat
- heeft geschat
- hebben geschat
- hebben geschat
- hebben geschat
Voltooid verleden tijd
- had geschat
- had geschat
- had geschat
- hadden geschat
- hadden geschat
- hadden geschat
Toekomende tijd II
- zal geschat hebben
- zult geschat hebben
- zal geschat hebben
- zullen geschat hebben
- zullen geschat hebben
- zullen geschat hebben
Conditionalis II
- zou hebben geschat
- zou hebben geschat
- zou hebben geschat
- zouden hebben geschat
- zouden hebben geschat
- zouden hebben geschat
Imperatief
- -
- schat
- -
- -
- schat
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries