Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- zusammenkleben
ENGELS
algemeen [v]
- agglutinate
- stick together
FRANS
ITALIAANS
algemeen [v]
- incollare
SPAANS
algemeen [v]
- aglutinarse
ZWEEDS
algemeen [v]
- hopklibba
- klibba ihop
PORTUGEES
algemeen [v]
- aglutinar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- samenklevend
- samengekleefd
Presens
- kleef samen
- kleeft samen
- kleeft samen
- kleven samen
- kleven samen
- kleven samen
Imperfect
- kleefde samen
- kleefde samen
- kleefde samen
- kleefden samen
- kleefden samen
- kleefden samen
Toekomende tijd I
- zal samenkleven
- zult samenkleven
- zal samenkleven
- zullen samenkleven
- zullen samenkleven
- zullen samenkleven
Conditionalis I
- zou samenkleven
- zou samenkleven
- zou samenkleven
- zouden samenkleven
- zouden samenkleven
- zouden samenkleven
Perfectum
- heb samengekleefd
- hebt samengekleefd
- heeft samengekleefd
- hebben samengekleefd
- hebben samengekleefd
- hebben samengekleefd
Voltooid verleden tijd
- had samengekleefd
- had samengekleefd
- had samengekleefd
- hadden samengekleefd
- hadden samengekleefd
- hadden samengekleefd
Toekomende tijd II
- zal samengekleefd hebben
- zult samengekleefd hebben
- zal samengekleefd hebben
- zullen samengekleefd hebben
- zullen samengekleefd hebben
- zullen samengekleefd hebben
Conditionalis II
- zou hebben samengekleefd
- zou hebben samengekleefd
- zou hebben samengekleefd
- zouden hebben samengekleefd
- zouden hebben samengekleefd
- zouden hebben samengekleefd
Imperatief
- -
- kleef samen
- -
- -
- kleeft samen
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries