Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
reizen [n]
- pérégrination [f]
ITALIAANS
reizen [n]
- peregrinazione [f]
SPAANS
reizen [n]
- peregrinación [f]
ZWEEDS
reizen [n]
- vandring [u]
PORTUGEES
reizen [n]
- peregrinação [f]
THESAURUS
doorkruisen [v]
- bereizen
- doorlopen
doortrekken [v]
- afreizen
toeren [v]
- reizen
- trekken
trekken [v]
- migreren
- reizen
- zwerven
zwerven [v]
- dobberen
- dolen
- dwalen
- ronddolen
- trekken
- zwalken
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- rondtrekkend
- rondgetrokken
Presens
- trek rond
- trekt rond
- trekt rond
- trekken rond
- trekken rond
- trekken rond
Imperfect
- trok rond
- trok rond
- trok rond
- trokken rond
- trokken rond
- trokken rond
Toekomende tijd I
- zal rondtrekken
- zult rondtrekken
- zal rondtrekken
- zullen rondtrekken
- zullen rondtrekken
- zullen rondtrekken
Conditionalis I
- zou rondtrekken
- zou rondtrekken
- zou rondtrekken
- zouden rondtrekken
- zouden rondtrekken
- zouden rondtrekken
Perfectum
- heb rondgetrokken
- hebt rondgetrokken
- heeft rondgetrokken
- hebben rondgetrokken
- hebben rondgetrokken
- hebben rondgetrokken
Voltooid verleden tijd
- had rondgetrokken
- had rondgetrokken
- had rondgetrokken
- hadden rondgetrokken
- hadden rondgetrokken
- hadden rondgetrokken
Toekomende tijd II
- zal rondgetrokken hebben
- zult rondgetrokken hebben
- zal rondgetrokken hebben
- zullen rondgetrokken hebben
- zullen rondgetrokken hebben
- zullen rondgetrokken hebben
Conditionalis II
- zou hebben rondgetrokken
- zou hebben rondgetrokken
- zou hebben rondgetrokken
- zouden hebben rondgetrokken
- zouden hebben rondgetrokken
- zouden hebben rondgetrokken
Imperatief
- -
- trek rond
- -
- -
- trekt rond
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries