Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
subject [v]
- relate
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
subject [v]
- relacionar
ZWEEDS
PORTUGEES
subject [v]
- relacionar
- associar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- relaterend
- gerelateerd
Presens
- relateer
- relateert
- relateert
- relateren
- relateren
- relateren
Imperfect
- relateerde
- relateerde
- relateerde
- relateerden
- relateerden
- relateerden
Toekomende tijd I
- zal relateren
- zult relateren
- zal relateren
- zullen relateren
- zullen relateren
- zullen relateren
Conditionalis I
- zou relateren
- zou relateren
- zou relateren
- zouden relateren
- zouden relateren
- zouden relateren
Perfectum
- heb gerelateerd
- hebt gerelateerd
- heeft gerelateerd
- hebben gerelateerd
- hebben gerelateerd
- hebben gerelateerd
Voltooid verleden tijd
- had gerelateerd
- had gerelateerd
- had gerelateerd
- hadden gerelateerd
- hadden gerelateerd
- hadden gerelateerd
Toekomende tijd II
- zal gerelateerd hebben
- zult gerelateerd hebben
- zal gerelateerd hebben
- zullen gerelateerd hebben
- zullen gerelateerd hebben
- zullen gerelateerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gerelateerd
- zou hebben gerelateerd
- zou hebben gerelateerd
- zouden hebben gerelateerd
- zouden hebben gerelateerd
- zouden hebben gerelateerd
Imperatief
- -
- relateer
- -
- -
- relateert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries