Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
culinair [v]
- simmer
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
culinair [v]
- cocer a fuego lento
ZWEEDS
culinair [v]
- sjuda
PORTUGEES
culinair [v]
- cozinhar em fogo baixo
THESAURUS
borrelen [v]
- koken
brommen [v]
- mopperen
- morren
- sputteren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- pruttelend
- geprutteld
Presens
- pruttel
- pruttelt
- pruttelt
- pruttelen
- pruttelen
- pruttelen
Imperfect
- pruttelde
- pruttelde
- pruttelde
- pruttelden
- pruttelden
- pruttelden
Toekomende tijd I
- zal pruttelen
- zult pruttelen
- zal pruttelen
- zullen pruttelen
- zullen pruttelen
- zullen pruttelen
Conditionalis I
- zou pruttelen
- zou pruttelen
- zou pruttelen
- zouden pruttelen
- zouden pruttelen
- zouden pruttelen
Perfectum
- heb geprutteld
- hebt geprutteld
- heeft geprutteld
- hebben geprutteld
- hebben geprutteld
- hebben geprutteld
Voltooid verleden tijd
- had geprutteld
- had geprutteld
- had geprutteld
- hadden geprutteld
- hadden geprutteld
- hadden geprutteld
Toekomende tijd II
- zal geprutteld hebben
- zult geprutteld hebben
- zal geprutteld hebben
- zullen geprutteld hebben
- zullen geprutteld hebben
- zullen geprutteld hebben
Conditionalis II
- zou hebben geprutteld
- zou hebben geprutteld
- zou hebben geprutteld
- zouden hebben geprutteld
- zouden hebben geprutteld
- zouden hebben geprutteld
Imperatief
- -
- pruttel
- -
- -
- pruttelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries