Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [n]
- Kochen [n]
culinair [n]
- Kochen [n]
transitief [v]
- kochen
intransitief [v]
- kochen
- garen
fysica [v]
- kochen
culinair [v]
- kochen
ENGELS
algemeen [n]
- boiling
culinair [n]
- cooking
- cookery
transitief [v]
- cook
intransitief [v]
- cook
fysica [v]
- boil
culinair [v]
- cook
- prepare meals
- boil
FRANS
algemeen [n]
- bouillonnement [m]
culinair [n]
- cuisine [f]
transitief [v]
- cuire
- faire cuire
intransitief [v]
- cuire
fysica [v]
- bouillir
culinair [v]
- cuisiner
- faire la cuisine
- bouillir
ITALIAANS
algemeen [n]
- bollitura [f]
- ebollizione [f]
culinair [n]
- cucina [f]
- arte [f] culinaria
transitief [v]
- cucinare
intransitief [v]
- cuocere
fysica [v]
- bollire
culinair [v]
- cucinare
- bollire
- lessare
SPAANS
algemeen [n]
- ebullición [f]
culinair [n]
- cocina [f]
- arte [m] culinario
transitief [v]
- cocinar
intransitief [v]
- cocinarse
fysica [v]
- hervir
culinair [v]
- cocinar
- hervir
ZWEEDS
algemeen [n]
- kokning [u]
culinair [n]
- matlagning [u]
- kokkonst [u]
transitief [v]
- koka
intransitief [v]
- koka
- kokas
fysica [v]
- koka
culinair [v]
- laga mat
- koka
PORTUGEES
algemeen [n]
- ebulição [f]
culinair [n]
- cozinha [f]
- culinária [f]
transitief [v]
- cozinhar
intransitief [v]
- cozinhar
fysica [v]
- ferver
culinair [v]
- cozinhar
THESAURUS
borrelen [v]
woedend zijn [v]
- ziedend zijn
klaarmaken [v]
- kokkerellen
- toebereiden
gaarkoken [v]
- pocheren
- stomen
- stoven
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- kokend
- gekookt
Presens
- kook
- kookt
- kookt
- koken
- koken
- koken
Imperfect
- kookte
- kookte
- kookte
- kookten
- kookten
- kookten
Toekomende tijd I
- zal koken
- zult koken
- zal koken
- zullen koken
- zullen koken
- zullen koken
Conditionalis I
- zou koken
- zou koken
- zou koken
- zouden koken
- zouden koken
- zouden koken
Perfectum
- heb gekookt
- hebt gekookt
- heeft gekookt
- hebben gekookt
- hebben gekookt
- hebben gekookt
Voltooid verleden tijd
- had gekookt
- had gekookt
- had gekookt
- hadden gekookt
- hadden gekookt
- hadden gekookt
Toekomende tijd II
- zal gekookt hebben
- zult gekookt hebben
- zal gekookt hebben
- zullen gekookt hebben
- zullen gekookt hebben
- zullen gekookt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gekookt
- zou hebben gekookt
- zou hebben gekookt
- zouden hebben gekookt
- zouden hebben gekookt
- zouden hebben gekookt
Imperatief
- -
- kook
- -
- -
- kookt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries