Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
nieuws [v]
- verkünden
- verkündigen
ENGELS
nieuws [v]
- proclaim [formal]
FRANS
nieuws [v]
- proclamer
ITALIAANS
nieuws [v]
- proclamare
SPAANS
nieuws [v]
- proclamar
ZWEEDS
nieuws [v]
- proklamera
- tillkännage
PORTUGEES
nieuws [v]
- proclamar
THESAURUS
afkondigen [v]
- bekendmaken
- uitroepen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- proclamerend
- geproclameerd
Presens
- proclameer
- proclameert
- proclameert
- proclameren
- proclameren
- proclameren
Imperfect
- proclameerde
- proclameerde
- proclameerde
- proclameerden
- proclameerden
- proclameerden
Toekomende tijd I
- zal proclameren
- zult proclameren
- zal proclameren
- zullen proclameren
- zullen proclameren
- zullen proclameren
Conditionalis I
- zou proclameren
- zou proclameren
- zou proclameren
- zouden proclameren
- zouden proclameren
- zouden proclameren
Perfectum
- heb geproclameerd
- hebt geproclameerd
- heeft geproclameerd
- hebben geproclameerd
- hebben geproclameerd
- hebben geproclameerd
Voltooid verleden tijd
- had geproclameerd
- had geproclameerd
- had geproclameerd
- hadden geproclameerd
- hadden geproclameerd
- hadden geproclameerd
Toekomende tijd II
- zal geproclameerd hebben
- zult geproclameerd hebben
- zal geproclameerd hebben
- zullen geproclameerd hebben
- zullen geproclameerd hebben
- zullen geproclameerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geproclameerd
- zou hebben geproclameerd
- zou hebben geproclameerd
- zouden hebben geproclameerd
- zouden hebben geproclameerd
- zouden hebben geproclameerd
Imperatief
- -
- proclameer
- -
- -
- proclameert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries