Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
denigrerend [v]
- predigen
- vorpredigen
godsdienst [v]
- predigen
ENGELS
denigrerend [v]
- sermonize
godsdienst [v]
- preach
FRANS
denigrerend [v]
- sermonner
godsdienst [v]
- prêcher
ITALIAANS
denigrerend [v]
- sermoneggiare
godsdienst [v]
- predicare
SPAANS
denigrerend [v]
- sermonear
godsdienst [v]
- predicar
ZWEEDS
denigrerend [v]
- predika
godsdienst [v]
- predika
PORTUGEES
denigrerend [v]
- dar sermão
godsdienst [v]
- pregar
THESAURUS
betogen [v]
- oreren
- redeneren
zedemeesteren [v]
prediken [v]
- verkondigen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- prekend
- gepreekt
Presens
- preek
- preekt
- preekt
- preken
- preken
- preken
Imperfect
- preekte
- preekte
- preekte
- preekten
- preekten
- preekten
Toekomende tijd I
- zal preken
- zult preken
- zal preken
- zullen preken
- zullen preken
- zullen preken
Conditionalis I
- zou preken
- zou preken
- zou preken
- zouden preken
- zouden preken
- zouden preken
Perfectum
- heb gepreekt
- hebt gepreekt
- heeft gepreekt
- hebben gepreekt
- hebben gepreekt
- hebben gepreekt
Voltooid verleden tijd
- had gepreekt
- had gepreekt
- had gepreekt
- hadden gepreekt
- hadden gepreekt
- hadden gepreekt
Toekomende tijd II
- zal gepreekt hebben
- zult gepreekt hebben
- zal gepreekt hebben
- zullen gepreekt hebben
- zullen gepreekt hebben
- zullen gepreekt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gepreekt
- zou hebben gepreekt
- zou hebben gepreekt
- zouden hebben gepreekt
- zouden hebben gepreekt
- zouden hebben gepreekt
Imperatief
- -
- preek
- -
- -
- preekt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries