Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
brug [v]
- überspannen
tijd [v]
- umfassen
ENGELS
brug [v]
- span
tijd [v]
- span
FRANS
brug [v]
- enjamber
- franchir
- traverser
tijd [v]
- embrasser
- couvrir
ITALIAANS
brug [v]
- attraversare
tijd [v]
- abbracciare
SPAANS
brug [v]
- atravesar
tijd [v]
- abarcar
- durar
ZWEEDS
PORTUGEES
brug [v]
- atravessar
- cruzar
tijd [v]
- abarcar
- abranger
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- overbruggend
- overbrugd
Presens
- overbrug
- overbrugt
- overbrugt
- overbruggen
- overbruggen
- overbruggen
Imperfect
- overbrugde
- overbrugde
- overbrugde
- overbrugden
- overbrugden
- overbrugden
Toekomende tijd I
- zal overbruggen
- zult overbruggen
- zal overbruggen
- zullen overbruggen
- zullen overbruggen
- zullen overbruggen
Conditionalis I
- zou overbruggen
- zou overbruggen
- zou overbruggen
- zouden overbruggen
- zouden overbruggen
- zouden overbruggen
Perfectum
- heb overbrugd
- hebt overbrugd
- heeft overbrugd
- hebben overbrugd
- hebben overbrugd
- hebben overbrugd
Voltooid verleden tijd
- had overbrugd
- had overbrugd
- had overbrugd
- hadden overbrugd
- hadden overbrugd
- hadden overbrugd
Toekomende tijd II
- zal overbrugd hebben
- zult overbrugd hebben
- zal overbrugd hebben
- zullen overbrugd hebben
- zullen overbrugd hebben
- zullen overbrugd hebben
Conditionalis II
- zou hebben overbrugd
- zou hebben overbrugd
- zou hebben overbrugd
- zouden hebben overbrugd
- zouden hebben overbrugd
- zouden hebben overbrugd
Imperatief
- -
- overbrug
- -
- -
- overbrugt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries